Grammatica Samentrekkingen herhalen

Grammatica/Formuleren

Herhaling Samentrekkingen / Samentrekkingen controleren


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica/Formuleren

Herhaling Samentrekkingen / Samentrekkingen controleren


Slide 1 - Tekstslide

Als een woord of woordgroep twee keer voorkomt, mag je het weglaten. Dat heet een samentrekking.

Binnen- en buitenland
Dure ringen en armbanden
Iris voetbalt op zaterdag en Peter op vrijdag.

Samentrekkingen

Slide 2 - Tekstslide

Er bestaat voorwaartse en achterwaartse samentrekking:

Voorwaartse samentrekking: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel van de samentrekking en verderop weggelaten: een antieke lamp en een (-) stoel;

Achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke deel wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekking en daarvóór weggelaten: zon- en feestdagen.
Samentrekkingen

Slide 3 - Tekstslide

Samentrekkingen komen voor op drie niveaus:


1. Woordniveau 

2. Woordgroepsniveau 

3. Zinsniveau 
Samentrekkingen

Slide 4 - Tekstslide

Samentrekkingen komen voor op drie niveaus:

1. woordniveau – op de plaats van het samengetrokken woorddeel wordt een streepje geschreven: keukenstoel en -tafel; zon- en feestdagen;
2. woordgroepsniveau 
3. zinsniveau 
Samentrekkingen

Slide 5 - Tekstslide

Samentrekkingen komen voor op drie niveaus (in de voorbeelden is het weggelaten deel onderstreept): 

1. woordniveau
 
2. woordgroepsniveau – binnen een woordgroep worden een of meer hele woorden weggelaten: dure ringen en armbanden; 
hoge en lage bergen;
3. zinsniveau 
Samentrekkingen

Slide 6 - Tekstslide

Samentrekkingen komen voor op drie niveaus (in de voorbeelden is het weggelaten deel onderstreept): 

1. woordniveau
 
2. woordgroepsniveau 
3. zinsniveau – een of meer zinsdelen (ow, lv, mv, bwb enz.) die twee keer voorkomen, worden weggelaten:
– Iris volleybalt op zaterdag en Peter op zondag.
– Je wilt en krijgt een leuk cadeautje.
Samentrekkingen

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer mag je een samentrekking op zinsniveau gebruiken?

Samentrekken mag alleen als aan drie voorwaarden wordt voldaan:
1. de weggelaten woorden hebben dezelfde functie (zinsdeel, woordsoort),
2. dezelfde betekenis én
3. hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud) als de woorden die blijven staan.
Samentrekkingen

Slide 8 - Tekstslide

Is de samentrekking in deze zin goed?

De leerlingen werden ongeduldig en het lokaal uitgezet
A
ja, dat klopt
B
nee, dat klopt niet

Slide 9 - Quizvraag

De leerlingen werden ongeduldig en het lokaal uitgezet

werden is pv die samengetrokken wordt
zin 1 = kww
zin 2 = hww

Werden heeft twee keer een andere functie, dus mag niet worden samengetrokken. 
Waarom klopt ie niet?

Slide 10 - Tekstslide


Deze schoenen zijn gekocht in Amerika en heeft mijn oom voor mij meegenomen.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 11 - Quizvraag

Wat klopt er niet?
Deze schoenen zijn gekocht in Amerika en heeft mijn oom voor mij meegenomen.

Slide 12 - Open vraag

De bouwvakker draaide de panelen om en draaide de moeren aan.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 13 - Quizvraag

De bouwvakker draaide de panelen om en draaide de moeren aan.
Mag je de tweede keer 'draaide' weglaten? Leg uit!

Slide 14 - Open vraag

Extra oefenen
H.2 Formuleren - Samentrekking controleren
Opdracht 1 t/m 3

Extra oefenen hww, zww, kww (papier)

Slide 15 - Tekstslide