TL 2 3.3 Wat kost dat?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 3

3.3 Wat kost dat

Wat gaan we doen?

• waar ging 3.1 en 3.2 ook al weer over?
• uitleg 3.3
• samen maken 24 t/m 27
• huiswerk maken herhaalopgaven 3.3
  

Lesdoelen

• Aan het einde van de les weten de leerlingen wat omzet is en hoe ze dit moeten uitrekenen. 
• Aan het einde van de les weten de leerlingen wat brutowinst is en kunnen ze dit uitrekenen. 
• Aan het einde van de les weten leerlingen wat nettowinst is en kunnen ze dit uitrekenen. 

Uitleg

• Omzet = afzet x prijs
  
  
• Omzet geeft aan wat de verkoop van alle producten opbrengt. 

Uitleg

• Brutowinst = omzet - inkoopwaarde
  
  
• Brutowinst per product = verkoopwaarde - inkoopwaarde

Uitleg

• Nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten
  
  
• Bedrijfskosten zijn de kosten voor kapitaal goederen. 

Uitleg

• Faillisement

Oefenen

• samen maken 24 tot en met 27. 
• huiswerk herhaalopgaven 3.3
  

Wat zorgt voor verlies?

1. De kosten zijn groter dan de opbrengst
2. De kosten zijn gelijk aan de opbrengst.
3. De omzet is groter dan de opbrengst

Wat is de omzet?
Een vuurpijl koste €1,-
Er zijn 33 vuurpijlen verkocht.
De inkoopkosten zijn €0,20

Wat is de brutowinst per product?
Een vuurpijl koste €3,-
Er zijn 33 vuurpijlen verkocht.
De inkoopkosten zijn €1,20