Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Proeftoets werkwoordspelling
Proeftoets Werkwoordspelling
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Proeftoets Werkwoordspelling
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 2 - Open vraag
Schrijf het werkwoordelijk gezegde op:
De moeder zal vanavond iets lekkers gaan koken.
Slide 3 - Open vraag
Schrijf het werkwoordelijk gezegde op: Gisteravond heeft jouw moeder iets vreselijks meegemaakt.
Slide 4 - Open vraag
Schrijf het werkwoordelijk gezegde op:
De voetballen liggen netjes opgeborgen in de kast.
Slide 5 - Open vraag
Schrijf het werkwoordelijk gezegde op:
De gebruikte sokken worden bij ons in een speciale wasmand gegooid.
Slide 6 - Open vraag
Benoem het werkwoord "zal".
De moeder zal vanavond iets lekkers gaan koken.
A
pv tt
B
pv vt
C
vdw
D
inf
Slide 7 - Quizvraag
Benoem het werkwoord "gaan".
De moeder zal vanavond iets lekkers gaan koken.
A
pv tt
B
pv vt
C
vdw
D
inf
Slide 8 - Quizvraag
Benoem het werkwoord "koken".
De moeder zal vanavond iets lekkers gaan koken.
A
pv tt
B
pv vt
C
vdw
D
inf
Slide 9 - Quizvraag
Benoem het werkwoord "had".
Gisteravond had jouw moeder iets vreselijks meegemaakt.
A
pv tt
B
pv vt
C
vdw
D
inf
Slide 10 - Quizvraag
Benoem het werkwoord "meegemaakt".
Gisteravond had jouw moeder iets vreselijks meegemaakt.
A
pv tt
B
pv vt
C
vdw
D
inf
Slide 11 - Quizvraag
Benoem het werkwoord "liggen".
De voetballen liggen netjes opgeborgen in de kast.
A
pv tt
B
pv vt
C
vdw
D
inf
Slide 12 - Quizvraag
Benoem het werkwoord "opgeborgen".
De voetballen liggen netjes opgeborgen in de kast.
A
pv tt
B
pv vt
C
vdw
D
inf
Slide 13 - Quizvraag
Bij de pv tt heb je drie manieren van schrijven:
ik-vorm, ik-vorm + t en hele werkwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
leiden
Gisteravond … de aanvoerder het team naar een overwinning.
Slide 15 - Open vraag
beheersen
De jongen … zich toen de leerkracht hem uit de klas stuurde.
Slide 16 - Open vraag
branden
De kaars op tafel … nu al drie uur.
Slide 17 - Open vraag
verhuizen
Vorige week is mijn nichtje ...
Slide 18 - Open vraag
Bij het vdw gebruik je
't kofschip-x.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
plannen
Voor mijn verjaardag heb ik een groot feest ...
Slide 20 - Open vraag
houden
Josia … als hobby al jaren konijnen in de achtertuin.
Slide 21 - Open vraag
testen
We moeten even een dag inplannen om het nieuwe systeem te ...
Slide 22 - Open vraag
verbranden
De broodjes … gisteravond, want ik was vergeten de oven uit te zetten.
Slide 23 - Open vraag
ik delete (tt)
hij .. (tt)
A
delete
B
deletet
C
deleted
D
dieliet
Slide 24 - Quizvraag
bieden
… je excuses eens aan!
A
bied
B
biedt
Slide 25 - Quizvraag
ik crash (tt)
hij … (tt)
A
crasht
B
crashd
C
crashet
D
crashed
Slide 26 - Quizvraag
Wat hoort niet bij het werkwoordelijk gezegde?
A
pv
B
onderwerp
C
vdw
D
inf
Slide 27 - Quizvraag
aanbranden
De … aardappeltjes zijn niet meer te eten.
Slide 28 - Open vraag
barsten
Het … raam kon niet meer worden gemaakt.
Slide 29 - Open vraag
Mijn moeder heeft dat nog nooit gedaan.
Is deze zin voltooid?
A
ja
B
nee
Slide 30 - Quizvraag
De jongen zal vanavond hard gaan trainen.
Is deze zin voltooid?
A
ja
B
nee
Slide 31 - Quizvraag
Dat is ons vorig jaar ook al overkomen!
Is deze zin voltooid?
A
ja
B
nee
Slide 32 - Quizvraag
De jongen was hier vorige week nog.
In welke tijd staat deze zin?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 33 - Quizvraag
De leerlingen hebben hun werkstuk ingeleverd.
In welke tijd staat deze zin?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 34 - Quizvraag
Opa vindt geld niet belangrijk.
In welke tijd staat deze zin?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 35 - Quizvraag
De Tina was vroeger al een bekend tijdschrift.
In welke tijd staat deze zin?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 36 - Quizvraag
Mijn ouders doen altijd zo moeilijk.
In welke tijd staat deze zin?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 37 - Quizvraag
Kylie heeft even snel gedoucht.
In welke tijd staat deze zin?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 38 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
1.3 ZINSONTLEDING
September 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 3
Werkwoordelijk gezegde
Maart 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Herhaling redekundig ontleden tm bwb
December 2021
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 2
Herhaling tweede trimester
Maart 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Beroepsopleiding
ONO Blok 5 Grammatica 5.4
Maart 2020
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Les 4 (13 september 2024)
September 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
ZInsontleden (alles)
November 2024
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Herhaling redekundig ontleden tm bwb
Januari 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 2