vergelijkingen

Een vorm van figuurlijk taalgebruik waarbij je twee dingen met elkaar vergelijkt. 

Vergelijkingen
voorbeeld: hij slaapt als een marmot
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Een vorm van figuurlijk taalgebruik waarbij je twee dingen met elkaar vergelijkt. 

Vergelijkingen
voorbeeld: hij slaapt als een marmot

Slide 1 - Tekstslide

Zo stil als een…..

Slide 2 - Open vraag

Zo glad als een…..

Slide 3 - Open vraag

Zo lui als een…..

Slide 4 - Open vraag

Zo sluw als een…..

Slide 5 - Open vraag

Zo duf als een…..

Slide 6 - Open vraag

Zo mak als een…..

Slide 7 - Open vraag

Zo trouw als een…..

Slide 8 - Open vraag

Zo trots als een…..

Slide 9 - Open vraag

Zo vrij als een…..

Slide 10 - Open vraag

Zo sterk als een…..

Slide 11 - Open vraag

Zo ziek als een…..

Slide 12 - Open vraag

Zo fris als een…..

Slide 13 - Open vraag

Zo nijdig als een…..

Slide 14 - Open vraag

Zo dronken als een…..

Slide 15 - Open vraag

Zo gesloten als een…..

Slide 16 - Open vraag

Vechten als een…..

Slide 17 - Open vraag

Slapen als een…..

Slide 18 - Open vraag

Lopen als een…..

Slide 19 - Open vraag

Zweten als een…..

Slide 20 - Open vraag

Stinken als een…..

Slide 21 - Open vraag

Balen als een…..

Slide 22 - Open vraag

Bloeden als een…..

Slide 23 - Open vraag

Werken als een…..

Slide 24 - Open vraag

Gillen als een…..

Slide 25 - Open vraag