H1: 1.7 / Exponentiele functies - 3M

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Wat gaan we leren?
● Terugblik: vk t/m 1.6
● Nieuwe theorie: 1.7
● Afsluitende vragen
bij
We gaan zo starten.
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Wat gaan we leren?
● Terugblik: vk t/m 1.6
● Nieuwe theorie: 1.7
● Afsluitende vragen
bij
We gaan zo starten.

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Je kent de exponentiele formule
 en kan de groeifactor berekenen.

Je kan een berekening maken 
met een exponentiele toe/afname.
                  Nu mee bezig
H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten en grote     
     getallen
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

              Later deze periode
H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden

 

Slide 2 - Tekstslide

Op hoeveel decimalen ronden we procenten af?
A
1 decimaal
B
geheel getal
C
2 decimalen

Slide 3 - Quizvraag

En promille?
Op hoeveel decimalen ronden we die af?
A
1 decimaal
B
geheel getal
C
2 decimalen

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent het woord procent?

Slide 5 - Open vraag

En promille?
Wat betekent dat woord?

Slide 6 - Open vraag

Wat verandert er in de tabel bij promille?

Slide 7 - Woordweb

Wat wordt bedoeld met relatieve toename?

Slide 8 - Open vraag

Hoe noemen we de toename in aantallen?

Slide 9 - Open vraag

0

Slide 10 - Video

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening?

Slide 11 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening?
Spaarrekening
Bedrag €

Slide 12 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening?
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
: x104
: 100
: x104

Slide 13 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? €520,-
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
: x104
: 100
: x104

Slide 14 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? €520,
- En na twee jaar?
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
: x104
: 100
: x104

Slide 15 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €

Slide 16 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 17 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 18 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar?
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 19 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? 
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 20 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 21 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 22 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 23 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
- Bedrag na 2 jr = 500 x 1,04 : 100 x 104
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 24 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
- Bedrag na 2 jr = 500 x 1,04 x 1,04 
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 25 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
- Bedrag na 2 jr = 500 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,042
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 26 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
- Bedrag na 2 jr = 500 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,042
- Bedrag na 3 jr = 
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 27 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
- Bedrag na 2 jr = 500 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,042
- Bedrag na 3 jr = 500 x 1,04 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,043
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 28 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
- Bedrag na 2 jr = 500 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,042
- Bedrag na 3 jr = 500 x 1,04 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,043
- Bedrag na 8 jr
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 29 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
- Bedrag na 2 jr = 500 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,042
- Bedrag na 3 jr = 500 x 1,04 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,043
- Bedrag na 8 jr = 500 x 1,048
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 30 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
- Bedrag na 2 jr = 500 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,042
- Bedrag na 3 jr = 500 x 1,04 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,043
- Bedrag na 8 jr = 500 x 1,04= 684,284...
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 31 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
- Bedrag na 2 jr = 500 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,042
- Bedrag na 3 jr = 500 x 1,04 x 1,04  x 1,04= 500 x 1,043
- Bedrag na 8 jr = 500 x 1,048 = 684,284...
- Dus na 8 jaar heeft ze €684,28 op de spaarrekening. 
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 32 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Exponentiele formule: uitkomst = begingetal x groeifactortijd
  • begingetal = startgetal
  • groeifactor bij toename = (100 % + toenamepercentage) : 100
    Deze is altijd boven de 1,0.
  • groeifactor bij afname = (100 % - afnamepercentage) : 100
    Deze is altijd tussen 0,0 en 1,0
  • groeifactor precies 1,0 betekent dat het gelijk blijft.
  • tijd = de tijd die genoemd wordt. Let goed op de eenheid!

Slide 33 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Exponentiele formule: uitkomst = begingetal x groeifactortijd
 ●   begingetal = startgetal
 ●   groeifactor bij toename = (100 % + toenamepercentage) : 100
     Deze is altijd boven de 1,0.
 ●   groeifactor bij afname = (100 % - afnamepercentage) : 100
     Deze is altijd tussen 0,0 en 1,0
 ●   groeifactor precies 1,0 betekent dat het gelijk blijft.
 ●   tijd = de tijd die genoemd wordt. Let goed op de eenheid!
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar. Hoeveel heeft ze na 8 jaar gespaard?
                              Bedrag na 8 jr = 500 x 1,048 = 684,284...
                                     

Slide 34 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Exponentiele formule: uitkomst = begingetal x groeifactortijd
 ● begingetal = startgetal
 ● groeifactor bij toename = (100 % + toenamepercentage) : 100
     Deze is altijd boven de 1,0.
 ● groeifactor bij afname = (100 % - afnamepercentage) : 100
     Deze is altijd tussen 0,0 en 1,0
 ● groeifactor precies 1,0 betekent dat het gelijk blijft.
 ● tijd = de tijd die genoemd wordt. Let goed op de eenheid!
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar. Hoeveel heeft ze na 8 jaar gespaard?
                              Bedrag na 8 jr = 500 x 1,048 = 684,284...
                                        Bedrag in € = 500 x 1, 04jaar

Slide 35 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

  • Uitkomst = begingetal x groeifactortijd
  • begingetal : 285
  • groeifactor : (100 + 3,75) : 100 = 1,0375
  • exponent : jaar
  • Uitkomst : Bedrag in €
  • Hoe luidt de exponentiele formule?


Slide 36 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 ● Uitkomst = begingetal x groeifactortijd

 ● begingetal : 285

 ● groeifactor : (100 + 3,75) : 100 = 1,0375

 ● exponent : jaar

 ● Uitkomst : Bedrag in €

 ● Hoe luidt de exponentiele formule? Uitkomst = begingetal x groeifactortijd

                                           


Slide 37 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 ● Uitkomst = begingetal x groeifactortijd

 ● begingetal : 285

 ● groeifactor : (100 + 3,75) : 100 = 1,0375

 ● exponent : jaar

 ● Uitkomst : Bedrag in €

 ● Hoe luidt de exponentiele formule? Bedrag = begingetal x groeifactortijd

                                           


Slide 38 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 ● Uitkomst = begingetal x groeifactortijd

 ● begingetal : 285

 ● groeifactor : (100 + 3,75) : 100 = 1,0375

 ● exponent : jaar

 ● Uitkomst : Bedrag in €

 ● Hoe luidt de exponentiele formule? Bedrag =   285  x groeifactortijd

                                           


Slide 39 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 ● Uitkomst = begingetal x groeifactortijd

 ● begingetal : 285

 ● groeifactor : (100 + 3,75) : 100 = 1,0375

 ● exponent : jaar

 ● Uitkomst : Bedrag in €

 ● Hoe luidt de exponentiele formule? Bedrag =   285  x  1,0375  tijd

                                           


Slide 40 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 ● Uitkomst = begingetal x groeifactortijd

 ● begingetal : 285

 ● groeifactor : (100 + 3,75) : 100 = 1,0375

 ● exponent : jaar

 ● Uitkomst : Bedrag in €

 ● Hoe luidt de exponentiele formule? Bedrag =   285  x  1,0375  jaar

                                           


Slide 41 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 ● Uitkomst = begingetal x groeifactortijd

 ● begingetal : 285

 ● groeifactor : (100 + 3,75) : 100 = 1,0375

 ● exponent : jaar

 ● Uitkomst : Bedrag in €

 ● Hoe luidt de exponentiele formule? Bedrag in € =   285  x  1,0375  jaar

                                           


Slide 42 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 Bedrag in € = 285 x 1,0375 jaar
 ● Bereken het bedrag dat na 5 jaar op de spaarrekening staat.


Slide 43 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 Bedrag in € = 285 x 1,0375 jaar
 ● Bereken het bedrag dat na 5 jaar op de spaarrekening staat.
     Bedrag in € = 285 x 1,0375 5
                  


Slide 44 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 Bedrag in € = 285 x 1,0375 jaar
 ● Bereken het bedrag dat na 5 jaar op de spaarrekening staat.
     Bedrag in € = 285 x 1,0375 5
                              = 342,598...
                  


Slide 45 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 Bedrag in € = 285 x 1,0375 jaar
 ● Bereken het bedrag dat na 5 jaar op de spaarrekening staat.
     Bedrag in € = 285 x 1,0375 5
                              = 342,598...
     Dus na 5 jaar heeft hij € 342,60 op zijn rekening staan.
                  


Slide 46 - Tekstslide

Wat is de groeifactor bij
+ 4 %

Slide 47 - Open vraag

Wat is de groeifactor bij
- 2,5 %

Slide 48 - Open vraag

Wat is de groeifactor bij
+ 12,5 %

Slide 49 - Open vraag

Wat is de groeifactor bij
- 1,25 %

Slide 50 - Open vraag

Wat is de exponentiele formule bij deze opgave:
Charlie heeft € 230,- op zijn spaarrekening staan en krijgt per jaar 4,5% rente.

Slide 51 - Open vraag

Huiswerk week 48

Maken van H1:

Paragraaf 1.6 volgens jouw leerroute

Paragraaf 1.7 volgens jouw leerroute



Nakijken en verbeteren:

Huiswerk van H1 tot nu toe.






Zf
Zf
Testopgaven: 
K -> blz. 45
L -> blz. 49
M -> blz. 53
Extra uitleg
FT H1:
Dinsdag 1 dec.

Slide 52 - Tekstslide

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 53 - Tekstslide

0

Slide 54 - Video