H1: Verwerkingsles 1.6 en 1.7 / Promille en Exponentiele functies - 3M

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken
● Terugblik: 1.6 en 1.7
●  Zelfstandig werken
bij
We gaan zo starten.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken
● Terugblik: 1.6 en 1.7
●  Zelfstandig werken
bij
We gaan zo starten.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Je weet wat promille is.

Je kunt rekenen met promille.
 


                  Nu mee bezig
H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten en grote     
     getallen
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

              Later deze periode
H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden

 

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Je kent de exponentiele formule
 en kan de groeifactor berekenen.

Je kan een berekening maken 
met een exponentiele toe/afname.
                  Nu mee bezig
H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten en grote     
     getallen
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

              Later deze periode
H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden

 

Slide 3 - Tekstslide

1.6: Promille

Wat betekent het woord procent? 

  • procent = per honderd (of van de honderd)

  • promille = per duizend (of van de duizend)

Slide 4 - Tekstslide

1.6: Promille

1 procent = 1 % =           = 0,01


1 promille = 1 ‰  =             = 0,001


Afspraak:  Promille ronden we af op 1 decimaal.

1001
10001

Slide 5 - Tekstslide

1.6: Promille
Wat veranderd er in de verhoudingstabel?
1000
promille
Procent
Promille

Slide 6 - Tekstslide

1.6: Promille
Bereken 1,5 ‰ van  125 600 inwoners.
1000
promille
125 600
1,5
1
X
188,4
10001256001,5=188,4
Dus het is ongeveer 188 inwoners.
: 1000
X 1,5
: 1000
X 1,5
Inwoners
aantal inwoners

Slide 7 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar €500,- op.
De bank geeft 4% rente per jaar.
- Welk bedrag staat er na één jaar op haar rekening? € 520,-
- En na twee jaar?  €540,80
- En na 8 jaar? Dus nog 6 tabellen? Dat is te veel werk.
- Bedrag na 1 jaar = 500 :100 x 104 = 500 x 1,04
- Bedrag na 2 jr = 500 x 1,04 x 1,04 = 500 x 1,042
- Bedrag na 3 jr = 500 x 1,04 x 1,04  x 1,04= 500 x 1,043
- Bedrag na 8 jr = 500 x 1,048 = 684,284...
- Dus na 8 jaar heeft ze €684,28 op de spaarrekening. 
Spaarrekening
Bedrag €
500
104
-->
1
X
520
100+4
: 100
x104
: 100
x104
Spaarrekening
Bedrag €
520
104
540,8
: 100
: 100
x104
x104
100+4
-->
X
1

Slide 8 - Tekstslide

1.7: Exponentiele functies
Exponentiele formule: uitkomst = begingetal x groeifactortijd
  • begingetal = startgetal
  • groeifactor bij toename = (100 % + toenamepercentage) : 100
    Deze is altijd boven de 1,0.
  • groeifactor bij afname = (100 % - afnamepercentage) : 100
    Deze is altijd tussen 0,0 en 1,0
  • groeifactor precies 1,0 betekent dat het gelijk blijft.
  • tijd = de tijd die genoemd wordt. Let goed op de eenheid!

Slide 9 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 ● Uitkomst = begingetal x groeifactortijd

 ● begingetal : 285

 ● groeifactor : (100 + 3,75) : 100 = 1,0375

 ● exponent : jaar

 ● Uitkomst : Bedrag in €

 ● Hoe luidt de exponentiele formule? Bedrag in € =   285  x  1,0375  jaar

                                           


Slide 10 - Tekstslide

opgave 103 blz. 50

Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.

Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.

 Bedrag in € = 285 x 1,0375 jaar
 ● Bereken het bedrag dat na 5 jaar op de spaarrekening staat.
     Bedrag in € = 285 x 1,0375 5
                              = 342,598...
     Dus na 5 jaar heeft hij € 342,60 op zijn rekening staan.
                  


Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk week 48

Maken van H1:

Paragraaf 1.6 volgens jouw leerroute

Paragraaf 1.7 volgens jouw leerroute



Nakijken en verbeteren:

Huiswerk van H1 tot nu toe.






Zf
Zf
Testopgaven: 
K -> blz. 45
L -> blz. 49
M -> blz. 53
Extra uitleg
FT H1:
Dinsdag 1 dec.

Slide 12 - Tekstslide

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video