10.1 stoffen en 10.2 start vertering

Koolhydraten (sachariden)
BINAS 67F1, 2, 3
Monosachariden, disachariden, polysachariden

Suiker is een verzamelnaam van mono- en disachariden.
Brood, pasta, rijst, .... 55-75 energieprocent
Brandstof, bouwstof (receptoreiwitten)
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Koolhydraten (sachariden)
BINAS 67F1, 2, 3
Monosachariden, disachariden, polysachariden

Suiker is een verzamelnaam van mono- en disachariden.
Brood, pasta, rijst, .... 55-75 energieprocent
Brandstof, bouwstof (receptoreiwitten)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vetten (lipiden)
BINAS 67G1, 2, 3
Glycerol met 3 vetzuurstaarten (onverzadigd-met dubbele bindingen, verzadigd-zonder dubbele bindingen) 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vetten (lipiden)
Essentieel (niet zelf te maken)/ niet- essentieel (zelf te maken)
Olie, boter, noten, .... 15-30 energieprocent
Brandstof en bouwstof (membranen, hormonen, isolatie) 

Slide 5 - Tekstslide

Eiwitten (peptiden)
BINAS 67H1, 2
Opgebouwd uit een keten van aminozuren.
Essentieel (niet zelf te maken)/ niet- essentieel (zelf te maken)


Vlees, eieren, zuivel, zaden .... 10-15 energieprocent
Bouwstof (spieren, hemoglobine, ...) en brandstof.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Water
Water (1,5-2 liter per dag)


Bouwstof, transportmiddel, warmtebuffer


Slide 8 - Tekstslide

Mineralen (zouten)
Bouwstof (kalk in je botten, Na+ en K+ voor zenuwcellen) 


Ca2+: melk, Na+ en K+: tarweproducten.

Spoorelementen: mineralen waar je maar weinig van nodig hebt (zoals zink)


Slide 9 - Tekstslide

Vitaminen
Essentiele voedingsstoffen die je in kleine hoeveelheden nodig hebt. BINAS 82A

Bij tekort ontstaat een gebreksziekte.

Verschillende voedingsmiddelen bevatten verschillende vitaminen


Slide 10 - Tekstslide

Voedingsvezels
Onverteerbare delen van plantaardig voedsel zoals cellulose, pectine (koolhydraten).

Bevorderen de darmperistaltiek, maakt de ontlasting soepel.
Tekort zorgt voor obstipatie.
Groente/ fruit/ (volkoren) graanproducten


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Evenwichtige voeding
Hoeveelheid:
Plm 10.000kJ per dag.

Afhankelijk van:
Leeftijd, geslacht, inspanning, persoonlijke omstandigheden

Slide 13 - Tekstslide

Evenwichtige voeding
Teveel?

Obesitas: overgewicht met gezondheidsrisico's
BMI= gewicht / (lengte)2

Genetische component (genen die de vetcellen aansturen, die in de hersenen het hongergevoel beïnvloeden)

Slide 14 - Tekstslide

Evenwichtige voeding
Samenstelling:

aanbevolen voedingsstoffen:
ADH = aanbevolen dagelijkse hoeveelheid 

Additieven (extra toevoegingen, niet nodig voor gezondheid): 
ADI = aanvaardbare dagelijkse inname

Slide 15 - Tekstslide

Voedselallergie/ voedselintolerantie
Voedselallergie:
Je immuunsysteem reageert op een bepaald voedingsmiddel (pinda/ koemelk/ eieren)



Slide 16 - Tekstslide

Voedselallergie/ voedselintollerantie
Voedselintolerantie:
Je bent niet in staat een bepaalde voedingsstof af te breken (je mist een enzym) waardoor deze voedingsstof (of het ontbreken van het verteringsproduct) een negatief effect op je lichaam heeft (lactose/ gluten/ pinda/ noten/ schaaldieren/ fructose)


Slide 17 - Tekstslide

Additieven (BINAS 95B)

Naast de nodig voedingsstoffen zit er in voedingsmiddelen ook kleur-, geur en smaakstoffen → additieven

Er is wettelijk bepaald hoeveel een fabrikant mag gebruiken en ze staan vermeld met E-nummers (dat betekent dat ze door de Europese unie zijn goedgekeurd) (zie BINAS 95A). 

De ADI-waarde (Aanvaardbare Dagelijkse Inname) geeft aan hoeveel mensen dagelijks maximaal kunnen eten zonder risico op gezondheidsklachten.
Niet verwarren met ADH (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid), advies voor de minimale inname van een voedingsstof.

Slide 18 - Tekstslide

Rekenen met ADI waarde
In 100 g van een voedingsmiddel zit 3 mg Ethylbutyraat. Hoeveel gram van dit voedingsmiddel zou iemand van 60 kg moeten eten om vergiftigingsverschijnselen te krijgen?

Stap 1: zoek de ADI-waarde van Ethylbutyraat op in BINAS tabel 95B.

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor eigen lichaamsgewicht

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?

300 x 100 g = 30.000 g = 30 kg


Slide 19 - Tekstslide

Rekenen met ADI-waarde
In 100 g van een voedingsmiddel zit 3 mg Ethylbutyraat. Hoeveel gram van dit voedingsmiddel zou iemand van 60 kg moeten eten om vergiftigingsverschijnselen te krijgen?

Stap 1: zoek de ADI-waarde van Ethylbutyraat op in BINAS tabel 95B. 
15 mg per kg lichaamsgewicht per dag

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor eigen lichaamsgewicht
Bijv. 60 x 15 mg = 900 mg 

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?
900 mg / 3 mg = 300
300 x 100 g = 30.000 g = 30 kg

Slide 20 - Tekstslide

Probeer het zelf!
Als vervanging van suiker wordt vaak aspartaam gebruikt. Een veilige zoetstof zolang het inname onder de ADI-waarde blijft. Cola light bevat 125 mg aspartaam per blikje. Hoeveel blikjes cola mag jij? 

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord
Stap 1: zoek de ADI-waarde van Aspartaam op in BINAS tabel 95B. 
40 mg per kg lichaamsgewicht per dag

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor eigen lichaamsgewicht (vb 60 kg)
Bijv. 60 x 40 mg = 2400 mg 

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?
2400 mg / 125 mg = 19,2
Maximaal 19 blikjes per dag (wanneer je verder geen andere aspartaam bevattende producten inneemt)

Slide 22 - Tekstslide

Waarom is een evenwichtige voeding belangrijk? 

Gebreksziekte: als je te weinig mineralen/vitamines eet, bijvoorbeeld scheurbuik.
Wat heeft dit te maken met ADH?
Wat is het verschil tussen ADH (BINAS 82A)
en ADI (BINAS 95A)?

Slide 23 - Tekstslide

ADH
Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid
BINAS 82A

Vitamines
 zie functie en gevolgen tekorten
ADI
Aanvaardbare Dagelijkse Inname
BINAS 95A

Additieven ==> E-nummers
Toegevoegd ter ondersteuning aan voedingsmiddelen 
--> pakjes en zakjes

Slide 24 - Tekstslide

Aan welke vitamine hebben de kinderen een gebrek gehad?

A
Vitamine A1
B
Vitamine C
C
Vitamine B11
D
Vitamine D2/D3

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Je kunt een vet, eiwit en koolhydraat van elkaar onderscheiden
Bestudeer BINAS 67A t/m 67H.
Weet je wat je ziet? Wat begrijp nog niet?
timer
5:00

Slide 27 - Open vraag

Koolhydraat
Eiwit
Vet

Slide 28 - Sleepvraag

Eiwit
Koolhydraat
Vet

Slide 29 - Sleepvraag

Welke moeten verteerd worden?
Wel:                                                                                    Niet:
Eiwitten
Koolhydraten
Mineralen
Vitamines
Vetten
Water

Slide 30 - Sleepvraag

mineralen 
bouwstoffen
ijzer nodig voor hemoglobine
jodium nodig voor thyroxine 
(= schildklierhormoon)
calcium nodig voor botten


anorganisch

vitamines
bouwstoffen
Co-enzym: nodig om enzymen te laten werken
vitamine D maakt enzymen werkzaam die zorgen voor opname calcium door botten

organisch

Slide 31 - Tekstslide

Mechanische vertering
  • gebit (kauwen)
  • peristaltiek
  • emulgeren

doel: vergroting van oppervlak

Slide 32 - Tekstslide

Gebit- extra;     verslikken? 
Strottenklepje voorkomt voedsel in je luchtpijp

Slide 33 - Tekstslide

Gebit - oppervlaktevergroting

Slide 34 - Tekstslide

Peristaltiek
                                                                                                                    Langs de hele                                                                                                                                    route (slokdarm,                                                                                                                               maag, darmen)                                                                                                                                   zorgen lengte-  en                                                                                                                          kringspieren                                                                                                                                         ervoor dat het  
                                                                                                                  voedsel de goede kant op beweegt, voedingsvezels, helpen hierbij.

Slide 35 - Tekstslide

Emulgeren (gal is emulgator)
EMULGEREN IS NIET VERTEREN!!!!!!

Slide 36 - Tekstslide

Chemische Vertering
m.b.v. spijsverteringsenzymen
doel: verkleinen van moleculen

Je kunt uitleggen waar en met behulp van welke enzymen eiwitten, koolhydraten en vetten worden afgebroken tot aminozuren, monosachariden, glycerol en vetzuren.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

speekselklier
speeksel
zetmeel, glycogeen

Slide 44 - Tekstslide

Substraat
Product
Enzym
Enzym-substraat complex

Slide 45 - Sleepvraag

Koolhydraat
Vet
Nucleotiden
Glycerol
Eiwit
Monosacchariden
Nucleïnezuren
Aminozuren
Vetzuren

Slide 46 - Sleepvraag

Sleep de enzymen naar het substraat
DNA

maltose 
lipiden

RNA

peptiden
zetmeel 
(amylum)

lipase

amylase

DN-ase

RN-ase

pepsine

maltase

Slide 47 - Sleepvraag