Grandes Lignes - OS-uur leerjaar 2 - Chapitre 3 - Bron ABCDE

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Chapitre 3 - Faire du shopping

Welk kledingstuk zie je hier?

Bron A:
Welk kledingstuk zag je op het plaatje?

Welk kledingstuk zie je hier?

Bron A:
Welk kledingstuk zag je op het plaatje?

Welk kledingstuk zie je hier?

Bron A:
Welk kledingstuk zag je op het plaatje?

Bron A
Vertaal: nemen

Bron A
Vertaal: laten we gaan!

Bron A
Vertaal: zoals, net als

Bron A
Vertaal: de winter

Bron A
Wat is de vertaling van:
de winkel

1. le centre commercial
2. le magasin

Bron A
Wat is de vertaling van:
passen, proberen

1. acheter
2. essayer

Bron A
Wat is de vertaling van:
lelijk

1. beau
2. moche

Bron A
Wat is de vertaling van:
natuurlijk

1. biensûr
2. bientôt

Bron B

Wat zie je op de afbeelding?

Bron B:
Wat zag je op het plaatje?

Wat zie je op de afbeelding?

Bron B:
Wat zag je op het plaatje?

Wat zie je op de afbeelding?

Bron B:
Wat zag je op het plaatje?

Wat zie je op de afbeelding?

Bron B:
Wat zag je op het plaatje?

Bron B
Vertaal: noemen

Bron B
Vertaal: de kleur

Bron B
Vertaal: beroemd

Bron B
Vertaal: dragen

Bron B
Wat is de vertaling van:
bijna

1. presque
2. plusieurs

Bron B
Wat is de vertaling van:
voorwerp

1. accro
2. objet

Bron B
Wat is de vertaling van:
echt

1. devant
2. vraiment

Bron B
Wat is de vertaling van:
tieners

1. ados
2. accro

Getallen

Schrijf voluit:
467

Schrijf voluit:
531

Schrijf voluit:
275

Schrijf voluit:
780

Schrijf voluit:
647

Schrijf voluit:
999

Zinnen A + B

Zoek de fout in onderstaande zin:
Tu fais quel taille?

1. Tu
2. fais
3. quel
4. taille

Zoek de fout in onderstaande zin:
45 euro seulement.

1. 45
2. euro
3. seulement

Zoek de fout in onderstaande zin:
Non, il est trop petite.

1. il
2. est
3. trop
4. petite

Zoek de fout in onderstaande zin:
Comment tu trouve ce jean bleu?

1. comment
2. trouve
3. jean
4. bleu

Zoek de fout in onderstaande zin:
Comment tu trouves ce jean blue?

1. comment
2. trouves
3. jean
4. blue

Vertaal de volgende zin:
Gaan we dit weekend naar de stad?

Vertaal de volgende zin:
Niet slecht.

Vertaal de volgende zin:
Hoeveel kost het?

Vertaal de volgende zin:
Ja, hij is mooi!