Grandes Lignes - Vwo2 - Chapitre 3 - Bron ABCDE

Chapitre 3 - Faire du shopping
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 3 - Faire du shopping

Slide 1 - Tekstslide

Welk kledingstuk zie je hier?

Slide 2 - Tekstslide

Bron A:
Welk kledingstuk zag je op het plaatje?

Slide 3 - Open vraag

Wat zie je hier?

Slide 4 - Tekstslide

Bron A:
Wat zag je op het plaatje?

Slide 5 - Open vraag

Welk kledingstuk zie je hier?

Slide 6 - Tekstslide

Bron A:
Welk kledingstuk zag je op het plaatje?

Slide 7 - Open vraag

Bron A
Vertaal: twijfelen

Slide 8 - Open vraag

Bron A
Vertaal: de verjaardag

Slide 9 - Open vraag

Bron A
Vertaal: afspreken

Slide 10 - Open vraag

Bron A
Vertaal: hip, in de mode

Slide 11 - Open vraag

Bron A
Wat is de vertaling van:
de broek

A
le pantalon
B
le jean

Slide 12 - Quizvraag

Bron A
Wat is de vertaling van:
passen, proberen

A
ensuite
B
essayer

Slide 13 - Quizvraag

Bron A
Wat is de vertaling van:
lelijk

A
d'abord
B
moche

Slide 14 - Quizvraag

Bron A
Wat is de vertaling van:
de kledingmaat
A
la taille
B
la robe

Slide 15 - Quizvraag

Bron B

Slide 16 - Tekstslide

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 17 - Tekstslide

Bron B:
Wat zag je op het plaatje?

Slide 18 - Open vraag

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 19 - Tekstslide

Bron B:
Wat zag je op het plaatje?

Slide 20 - Open vraag

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 21 - Tekstslide

Bron B:
Wat zag je op het plaatje?

Slide 22 - Open vraag

Wat zie je op de afbeelding?

Slide 23 - Tekstslide

Bron B:
Wat zag je op het plaatje?

Slide 24 - Open vraag

Bron B
Vertaal: direct, meteen

Slide 25 - Open vraag

Bron B
Vertaal: de week

Slide 26 - Open vraag

Bron B
Vertaal: het ding

Slide 27 - Open vraag

Bron B
Vertaal: nodig hebben

Slide 28 - Open vraag

Bron B
Wat is de vertaling van:
vaak

A
utile
B
souvent

Slide 29 - Quizvraag

Bron B
Wat is de vertaling van:
de sportschoenen

A
les chaussures
B
les baskets

Slide 30 - Quizvraag

Bron B
Wat is de vertaling van:
aandoen, aantrekken
A
mettre
B
assez

Slide 31 - Quizvraag

Bron B
Wat is de vertaling van:
lollig
A
rigolo
B
souvent

Slide 32 - Quizvraag

Getallen

Slide 33 - Tekstslide

Schrijf voluit:
467

Slide 34 - Open vraag

Schrijf voluit:
531

Slide 35 - Open vraag

Schrijf voluit:
275

Slide 36 - Open vraag

Schrijf voluit:
780

Slide 37 - Open vraag

Schrijf voluit:
647

Slide 38 - Open vraag

Schrijf voluit:
999

Slide 39 - Open vraag

Zinnen A + B

Slide 40 - Tekstslide

Zoek de fout in onderstaande zin:
Tu fais quel taille?
A
Tu
B
fais
C
quel
D
taille

Slide 41 - Quizvraag

Zoek de fout in onderstaande zin:
Il es pas mal. Il coute combien?
A
es
B
pas
C
coute
D
combien

Slide 42 - Quizvraag

Zoek de fout in onderstaande zin:
Il coute trente euro seulement.
A
coute
B
trente
C
euro
D
seulement

Slide 43 - Quizvraag

Zoek de fout in onderstaande zin:
Oui, je voudrais achete un nouveau jean.
A
voudrais
B
achete
C
nouveau
D
jean

Slide 44 - Quizvraag

Zoek de fout in onderstaande zin:
Comment tu trouves ce jean blue?
A
comment
B
trouves
C
jean
D
blue

Slide 45 - Quizvraag

Vertaal de volgende zin:
Jammer, hij is te groot.

Slide 46 - Open vraag

Vertaal de volgende zin:
Dat is niet duur.

Slide 47 - Open vraag

Vertaal de volgende zin:
Gaan we deze winkel in?

Slide 48 - Open vraag

Vertaal de volgende zin:
Wil je iets kopen?

Slide 49 - Open vraag