17 - 1HVD - Grammatica woordsoorten + spelling

WELKOM 1D :)
Planning van deze les:

  • Grammatica - woordsoorten

Tweede uur
  • Werkwoordspelling
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM 1D :)
Planning van deze les:

  • Grammatica - woordsoorten

Tweede uur
  • Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide



Zelfstandig naamwoord




Onbepaald lidwoord




Bepaald lidwoord




Werkwoord 
Woorden benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Samenwerken
timer
7:00
Wat
Zoek uit wat het begrip is op jullie blad. Schrijf dat groot op. 
- Wat is het?
- Voorbeelden  
Je mag je boek gebruiken (Grammatica woordsoorten 1.8) en het internet om dingen op te zoeken. 
Hoe
In viertallen / vijftallen 
Hulp
Help elkaar, ik loop rond om vragen te beantwoorden
Tijd
7 minuten
Uitkomst
Eén iemand uit het groepje presenteert na deze opdracht aan de klas wat jullie hebben opgeschreven. Kies alvast wie dat gaat doen. 
Klaar
Maak opdracht 1 (Grammatica woordsoorten 1.8) 

Slide 3 - Tekstslide



Zelfstandig naamwoord




Onbepaald lidwoord




Bepaald lidwoord




Werkwoord 
Woorden benoemen

Slide 4 - Tekstslide

Individueel werken
Wat
Maak opdracht 1 + 4, 5 + 7, 8 (online, Talent, 1.8 Grammatica woordsoorten) 
Hoe
Individueel, in stilte  
Hulp
Ik loop rond om vragen te beantwoorden
Tijd
Tot het einde van de les
Klaar
Maak opdracht 10, 11 en 12  (Grammatica woordsoorten 1.8) 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden: 
hoe schrijf je die nou goed



Vandaag: de tegenwoordige tijd!

Slide 7 - Tekstslide

Stam

Hele werkwoord - en




Maken - en = mak
Ik-vorm

De vorm van het 
werkwoord na 'ik' 



Ik maak

Slide 8 - Tekstslide

Hier gebruik je de:



  • Bij ik - ik fiets / ik vind
  • Bij je of jij achter de persoonsvorm - fiets jij graag? / vind jij dat? 
  • Bij de gebiedende wijs - 'Fiets door!' / 'Vind de schat!' 
Hier gebruik je de:



  • Bij je of jij voor de persoonsvorm - jij fietst / jij vindt dat lekker 
  • Bij hij, zij of het - hij fietst / hij vindt dat moeilijk 

Dit geldt voor regelmatige werkwoorden. 

Uitzondering: onregelmatige werkwoorden (bijvoorbeeld 'hebben' en 'zijn')
ik-vorm                  
ik-vorm + t                  

Slide 9 - Tekstslide

Individueel werken
Wat
Maak online
van hoofdstuk 1.8 Grammatica woordsoorten opdracht 1 + 4, 5 + 7, 8 + 10 t/m 12  
+ van hoofdstuk 1.9 Spelling opdracht 2 t/m 7
Hoe
Individueel, in stilte  
Hulp
Ik loop rond om vragen te beantwoorden
Tijd
Tot het einde van de les
Klaar
Lees in je leesboek 

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
  • Hoofdstuk 1.8 (Grammatica woordsoorten) opdracht 1 + 4, 5 + 7 + 10 t/m 12  
  • Hoofdstuk 1.9 (Spelling) opdracht 2 t/m 7
  • Neem je nieuwe leesboek mee (12+). Check op www.bibliotheek.nl of mail mij! 

  • SO vrijdag 12 november - Grammatica zinsdelen (hoofdstuk 1.7) en Grammatica woordsoorten (hoofdstuk 1.8) 
  • Repetitie 19 november - Hoofdstuk 1

Slide 11 - Tekstslide