15-3 Rijke steden, arm platteland

Goedemiddag!
Neem de lesvoorbereiding van vandaag voor je (staat op it's learning)

Je telefoon zit in je tas 
Neem een pen op tafel
Je zit klaar in..
timer
3:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag!
Neem de lesvoorbereiding van vandaag voor je (staat op it's learning)

Je telefoon zit in je tas 
Neem een pen op tafel
Je zit klaar in..
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt verschillen benoemen in arm en rijk er tussen de verschillende delen van Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Stilteopdracht - Lesvoorbereiding lezen / woordenschat

Opdracht bingo rijke steden, arm platteland
Bespreken + uitleg 

Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

stilteopdracht
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Wat ga je zo doen?
Doen
Dit leer je nu
Wat moet je doen?
Neem de lesvoorbereiding voor je op it's learning, lees het
Hoe moet je dat doen?
Lees de lesvoorbereiding
Maak de woordenschat opdracht
Hulp
Geen - als je een vraag niet begrijpt, 
sla je de vraag over. Je gaat dan verder aan het blokje 'klaar'. 
Tijd
10minuten
Klaar
Lezen paragraaf 3.5 
Maken 3.5: 2, 3, 5, 6

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Niet alleen binnen steden 
maar binnen Nederland is er verschil in welvaart.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kan je dit verschil meten?
  • Voor de welvaart van de inwoners van een gebied kun je kijken naar het besteedbaar inkomen per huishouden.

  • Besteedbaar inkomen:  Het inkomen dat overblijft na aftrek van belastingen en premies.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide



  • Verschillen in inkomen heeft te maken met werk en opleiding.
  • Mensen die kunnen & willen werken = beroepsbevolking.
  • Beroepsbevolking groter dan werk = werkeloosheid.
  • Werklozen horen ook bij beroepsbevolking (uitkering).
Meten: manier 2

Slide 8 - Tekstslide

Groeiende steden, leeglopend platteland
  • Arme mensen wonen in Nederland in grote steden en in landelijke gebieden.
  • Hoogopgeleiden trekken naar steden - daar is meer werk, meer studiemogelijkheden + meer voorzieningen.
  • Er wonen ook  veel laagopgeleide mensen in steden. Voor hen is niet genoeg werk. Daarom veel werklozen in steden.

Slide 9 - Tekstslide

 In het landelijke gebieden = weinig werk, weinig studiemogelijkheden + weinig voorzieningen.

Vooral jongeren trekken weg uit landelijke gebieden.

Gevolg:  vergrijzing

Slide 10 - Tekstslide

Lage sociaal-economische status

Kenmerken van mensen met een lage sociaal - economische status:

  • Lage opleiding,
  • Laag inkomen,
  • Werk met weinig aanzien.
  • Ongezonde leefstijl. 
  • De mensen worden er minder oud.

Slide 11 - Tekstslide

Wat valt op?
In gebieden met rode kleur is de sociaal economische status lager. (meer armen).

In gebieden met de lichtgele kleur  (Randstad) hogere inkomens.

Slide 12 - Tekstslide

Leefbaar platteland 
  • Armoede is niet hetzelfde als ongelukkig zijn.
  • In landelijke gebieden meer schone lucht en minder geluidsoverlast.
  • Eigen eten verbouwen.
  • Vaak goedkoper wonen.

Slide 13 - Tekstslide