rijke steden, arm platteland

rijke steden
arm platteland
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

rijke steden
arm platteland

Slide 1 - Tekstslide

wat ga je deze les leren?


  • hoe je armoede in Nederland kan meten

  • hoe je armoede in Nederland kan verklaren

Slide 2 - Tekstslide

hoe meet je armoede in NL
  • Besteedbaar inkomen per huishouden: het inkomen dat overblijft na aftrek van belastingen en premies. Een manier om de welvaart van inwoners in een gebied te bekijken.

  • In sommige gemeenten leeft 10% van de Nederlanders onder de armoedegrens.

Slide 3 - Tekstslide

werk in stad en platteland.
  • In NL hangen verschillen in inkomen vooral samen met werk.
  • Beroepsbevolking: mensen die kunnen en willen werken.
Werkgelegenheid: de banen die er in een gebied zijn. Meer beroepsbevolking dan werkgelegenheid = meer werkloosheid.

  •  Ouderen, kinderen, mensen die niet kunnen of willen werken, horen niet bij de beroepsbevolking. In gebieden met deze bevolkingsgroepen is het inkomen daarom lager.


Slide 4 - Tekstslide

waar is de meeste armoede?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Arme mensen wonen in Nederland in grote steden en landelijke gebieden.
 Hoogopgeleide mensen trekken naar de steden, voor goedbetaald werk en voorzieningen.
Voor de laagopgeleiden in de steden is er te weinig werk.
 Minder en vaak eenvoudiger werk in de landelijke gebieden: landbouw, industrie, horeca.
Veel jongeren vertrekken uit de landelijke gebieden. Het percentage ouderen in deze gebieden wordt hoger: vergrijzing. Zij krijgen een ouderdomsuitkering en hebben gespaard. Daarom weinig armoede onder deze leeftijdsgroep.
 Mensen die achterblijven in landelijke gebieden hebben een lage sociaal-economische status.
Kenmerken: lage opleiding, laag inkomen, werk met weinig aanzien, ongezonde leefstijl. De mensen worden er minder oud.

Arme mensen wonen in Nederland in grote steden en landelijke gebieden.
 
  • Hoogopgeleide mensen trekken naar de steden, voor goedbetaald werk en voorzieningen.
  • Voor de laagopgeleiden in de steden is er te weinig werk.
 Minder en vaak eenvoudiger werk in de landelijke gebieden: landbouw, industrie, horeca. 

  • Veel jongeren vertrekken uit de landelijke gebieden. Het percentage ouderen in deze gebieden wordt hoger: vergrijzing. Zij krijgen een ouderdomsuitkering en hebben gespaard. Daarom weinig armoede onder deze leeftijdsgroep.
  •  Mensen die achterblijven in landelijke gebieden hebben een lage sociaal-economische status.

  • Kenmerken: lage opleiding, laag inkomen, werk met weinig aanzien, ongezonde leefstijl. De mensen worden er minder oud.

Slide 7 - Tekstslide

stad

  • meer hoog opgeleiden
  • jonge mensen trekken naar de stad
  • oudere mensen trekken weg
  • sociaal economische status hoger



platteland

  • meer laag opgeleiden
  • oude mensen blijven over
  • jonge mensen trekken weg
  • sociaal economische status is lager

Slide 8 - Tekstslide

Leefbaar platteland

Armoede is niet hetzelfde als ongelukkig zijn. 
In landelijke gebieden is bijv. minder geluidsoverlast 
en luchtvervuiling, goedkopere woningen enzovoort.
Gezondheid, sociale contacten 
en het hebben van (vrijwilligers)werk 
zijn belangrijker voor het geluk van mensen dan geld. 

Slide 9 - Tekstslide

wat heb je deze les geleerd?

  • hoe je armoede in Nederland kan meten

  • hoe je armoede in Nederland kan verklaren

Slide 10 - Tekstslide

maak de opdrachten
in je werkboek paragraaf 3.5

Slide 11 - Tekstslide