Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica hst2.1
Hst2 zinsdelen en zinnen
Hoe herken/benoem je een bepaald deel van een zin?
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hst2 zinsdelen en zinnen
Hoe herken/benoem je een bepaald deel van een zin?
Slide 1 - Tekstslide
Persoonsvorm (pv)
Morgen
gaan
we met vriendengroep naar de film.
werkwoord (iets gebeurt, iemand doet of overkomt iets)
Hoe vind je het?:
De
tijd
veranderen (vt/tt)
of de zin
in
enkelvoud/meervoud
zetten.
Slide 2 - Tekstslide
Haal de pv uit de zin:
Sinds kort heb ik een kat als huisdier.
Slide 3 - Open vraag
Het werkwoordelijk gezegde (gez.):
Morgen
ga
ik dat pakketje eindelijk
verzenden.
stap 1: zoek altijd eerst de
persoonsvorm.
stap 2: welke
werkwoorden
herken je verder in de zin?
gez.: alle werkwoorden in de zin
Slide 4 - Tekstslide
Let op! Bepaalde woorden horen bij het gezegde.
aan het
opruimen,
aan
te
pakken
zolang het voor het ww staat!
heeft
zich
vergist (zich vergissen)
vul
in
(invullen)
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het gezegde van deze zin:
- Deze jongen is aan het voetballen
A
is aan het voetballen
B
is opruimen
C
is
D
zijn
Slide 6 - Quizvraag
Het onderwerp (ow)
De studenten
hebben vanaf vandaag een twee weken kerstvakantie.
stel de vraag: wie of wat + gezegde?
Robin is gisteren aangenomen bij die kledingwinkel.
Wie is aangenomen?
Robin.
Slide 7 - Tekstslide
Dus...
1. Persoonsvorm: werkwoord, zin van tijd veranderen.
2. Gezegde: alle werkwoorden in de zin.
3. Onderwerp: wie of wat + gez?
Slide 8 - Tekstslide
Het lijdend voorwerp (lv)
Wie of wat + gez + ow?
Layla heeft een nieuwe scooter gekocht.
lv: een nieuwe scooter
Slide 9 - Tekstslide
Het meewerkend voorwerp (mv)
Aan wie of voor wie + wwg + ow + (lv)?
Je kan er
aan
(of
voor
) voor zetten of weglaten.
De vrolijke agent heeft mij een bekeuring gegeven.
mv: (aan) mij.
Slide 10 - Tekstslide
Deze jongen heeft voor zijn vriendin een horloge gekocht.
- Aan wie of voor wie + wwg+ow+lv
Slide 11 - Open vraag
De bijwoordelijke bepaling (bijw. bep.)
"in mijn kledingkast"
Informatie over:
plaats, tijd, richting, manier waarop
etc.
Geeft antwoord op vragen als:
waar, wanneer, waarheen, waarvandaan, waardoor, waarom.
Wat blijft er over in de zin?
Er kunnen meerdere in een zin zitten
Slide 12 - Tekstslide
Volg de stappen!
Zoek de...
1. pv (tijd veranderen)
2. gez (alle ww in een zin)
3. ow (wie of wat + gez)
4. lv (wie of wat + gez + ow)
5. mw (aan/voor wie + gez + ow (+ lv))
6. bwp (plaats, tijd, richting, manier).
-> 4,5,6 zitten niet altijd in een zin.
Slide 13 - Tekstslide
DE ENKELVOUDIGE ZIN
Slide 14 - Tekstslide
In een enkelvoudige zin staat 1 persoonsvorm
Er kunnen wel meerdere werkwoorden in de zin staan!
Eigenlijk bevat elke zin één simpele boodschap.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeelden
Hierbij
ontvangt
u de factuur voor uw bestelling.
Wij hebben
gisteren
een nieuwe computer
gekocht
.
Deze plant
moet
je twee keer per week water
geven
Slide 16 - Tekstslide
DE SAMENGESTELDE ZIN
Slide 17 - Tekstslide
Samengestelde zinnen
Hier zitten twee of meer persoonsvormen in. Dan is het altijd een samengestelde zin.
Twee zinnen worden één zin :)
Slide 18 - Tekstslide
Samengestelde zin
Bert doet de adminstratie en Karin verzorgt de acquisitie.
Slide 19 - Tekstslide
In een samengestelde zin zit vaak een voegwoord
OMDAT, TERWIJL
Slide 20 - Tekstslide
Voegwoorden
Bijvoorbeeld:
zin 1:
i
k
hou
van gamen.
zin 2:
i
k
ben
gek op voetbal.
Aan elkaar voegen met EN:
zin3:
I
k hou van gamen
en
ik
ben gek op voetbal
.
Slide 21 - Tekstslide
Les
Hoofdzinnen en bijzinnen
Slide 22 - Tekstslide
Hoofdzin
Een hoofdzin:
- altijd enkelvoudig
- persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar
Slide 23 - Tekstslide
Bijzin
Een bijzin:
- persoonsvorm (meestal) verder naar achteren
-Als het met een voegwoord begint, zoals omdat, als, die, dat, wat, waarover. ALS DE ZIN MET EN/MAAR/WANT BEGINT IS HET GEEN BIJZIN.
Slide 24 - Tekstslide
Voorbeelden hoofdzin
Voorbeelden hoofdzin:
- Ik
vertrouw
die hond niet.
- Je
moet
die hond meteen corrigeren.
* De persoonsvorm (pv) is
rood
Slide 25 - Tekstslide
Voorbeelden bijzin
Je kunt deze zinnen uitbreiden met een andere zin: een
bijzin.
De zinnen zijn verbonden met een
voegwoord
. Elke zin heeft een
pv
- Ik
vertrouw
die hond niet,
omdat
hij al vaak gebeten
he
eft.
- Je
moet
die hond meteen corrigeren
als
hij
bijt.
Slide 26 - Tekstslide
Hoofdzin en bijzin
Extra tip:
Als er geen ander zinsdeel tussen het
onderwerp
en de
pv
kan staan gaat het om een hoofdzin:
De dierenwinkel
sluit
om zes uur,
h
oewel
de meeste andere dierenzaken
langer open
blijven.
Slide 27 - Tekstslide
Hoofdzin en bijzin
Een samengestelde zin bevat minimaal één hoofdzin en verder één of meer hoofdzinnen en/of bijzinnen.
Twee hoofdzinnen kunnen ook naast elkaar staan.
Slide 28 - Tekstslide
Vragen
Nog vragen of onduidelijkheden?
Slide 29 - Tekstslide
Kies het juiste antwoord.
Of ik kan stagelopen bij die manege, moet ik nog gaan onderzoeken.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
Slide 30 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
Ik heb al online gezocht naar een stageplek, maar ik heb nog niks gevonden.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
Slide 31 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
Ik heb een nieuwe kattenmand nodig, omdat de oude kapot is gegaan.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
Slide 32 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
Vandaag ga ik de dieren eerder voeren, omdat mij dat beter uitkomt.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
Slide 33 - Quizvraag
Aan de slag!
NU Nederlands
Maken de oefentoets van Gram H2
Succes met de voorbereiding :)
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Grammatica hst2.1
Augustus 2024
- Les met
47 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
HV2 week 13-2 les 14 samengestelde zinnen en voegwoorden
Maart 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Samengestelde zinnen
Januari 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica H6 les 1
Februari 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
HV2 week 14-1 les 15 samengestelde zinnen en voegwoorden
April 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
4. Samengestelde zinnen
November 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
week 6 - les 6 - samengestelde zin
Februari 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H3 Grammatica H30 Redekundig ontleden en samengestelde zinnen
Mei 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3