LJ1+LJ2 7.4 deel 1

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.4 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.4 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
LJ 1: Pak je boek van M&M en laat deze nog even dicht op je tafel liggen.

LJ 2: Pak je boek van M&M en open deze op blz 112. Lees de theorie goed door. Begin daarna alvast met het maken van de herhalingsopdrachten op blz. 118. 


Huiswerkcontrole

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doel
Aan het einde van de les:
- weet je dat Nederland tijdens een ijstijd bedekt was met landijs en dat de stuwwallen en zwerfkeien daar overblijfselen van zijn;
- weet je dat je Nederland kunt verdelen in een laaggelegen en een hooggelegen deel en dat dit hoge deel eerder bewoond werd;

Leergebiedoverstijgend doel:
Samenwerkend leren:
- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 
- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):Jessica
Je maakt opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 112 t/m 115.

De rest doet mee met de mini-check!

Slide 4 - Tekstslide

Het NAP meet het hoogteverschil tussen …
A
de laagste en de hoogste plaats in Nederland.
B
de laagste en de hoogste stand van het zeewater.
C
… de gemiddelde hoogte van de zee en alle plaatsen die hoger liggen.
D
de gemiddelde hoogte van de zee en alle plaatsen

Slide 5 - Quizvraag

Het westen van Nederland ligt grotendeels onder NAP.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Rivieren hebben de ondergrond van Nederland opgebouwd. Met welke materialen?

Slide 7 - Open vraag

Wie maakt wat:
Had je de vragen van de mini-check goed -->
dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 112 t/m 115.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Tekstslide

Een dik pak ijs 
In een ijstijd werd het noorden van Nederland bedekt door een dikke laag ijs. Hoe noem je zo’n aaneengesloten stuk ijs op een groot landoppervlak?
  • landijs

Waar kwam het landijs 200 000 jaar geleden vandaan?
  • uit Scandinavië

Wat veroorzaakte dit landijs?
  • De grond werd opzij en omhoog geduwd.

Hoe noem je die opgestuwde heuvels?
  • stuwwallen











Slide 9 - Tekstslide

Een dik pak ijs 
Welk deel van Nederland werd bedekt door landijs?
  • het noorden


Wat gebeurde er toen het ijs smolt?
  • heuvels en zwerfkeien bleven achter


Waarvoor zijn veel zwerfkeien gebruikt?
  • het bouwen van hunebedden










Slide 10 - Tekstslide

Nederland: een hoog deel en een laag deel 
Wat zou er met Nederland gebeuren als er geen dijken waren?
  • half Nederland zou onder water staan


Hoe komt dat?
  • een deel van Nederland ligt onder NAP


Wat betekent NAP?
  • Normaal Amsterdams Peil

Wat wordt daarmee bedoeld?
  • de gemiddelde hoogte van het zeewater









Slide 11 - Tekstslide

Nederland: een hoog deel en een laag deel 
Welk deel van Nederland werd het eerst bewoond?
  • het hooggelegen deel

Wat is het nadeel van die hooggelegen zandgronden?
  • voedingsstoffen spoelen weg, de grond is onvruchtbaar

Welke oplossing bedachten mensen om er toch akkerbouw te kunnen doen?
  • mest van schapen en koeien gebruiken








Slide 12 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Had 1 of geen vragen goed bij de mini-check -->
Je maakt samen met de leerkracht opdracht 2 en 4.

Slide 13 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 112 t/m 115.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de herhalingsopdrachten op blz. 118

timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

1. Lesopening

LJ 2: Doe je boek even dicht en kijk mee in lessonup

Slide 15 - Tekstslide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- kun je uitleggen waarom wij een te grote ecologische voetafdruk hebben;
- weet je dat de bodem, de lucht en water op verschillende manieren worden vervuild;


Leergebied overstijgende doelen:
Samenwerkend leren:
- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 
- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

Slide 16 - Tekstslide

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):
Niemand 

Iedereen doet mee met de mini-check!

Slide 17 - Tekstslide

Hoe noem je het stukje aarde dat de mens in beslag neemt door wat hij gebruikt en consumeert?

Slide 18 - Open vraag

Doordat arme landen meer vervuilen, is de voetafdruk daar groter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Het aantal koeien in een land telt ook mee bij de maat van de voet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Uit welke drie onderdelen bestaat het milieu?

Slide 21 - Open vraag

Wie maakt wat:
Had je 3/4 vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 1 t/m 5 op blz. 112 t/m 114.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 22 - Tekstslide

Te kleine wereld? 
Wat is de ecologische voetafdruk?
  • De ruimte die nodig is om alles te maken, verbouwen, vervoeren wat je koopt en doet.


Waarom heeft de wereldbevolking een te grote ecologische voetafdruk?
  • De hele wereldbevolking gebruikt meer ruimte dan er beschikbaar is.









Slide 23 - Tekstslide

Te kleine wereld? 
Leg uit waarom mensen in rijke landen een grotere ecologische voetafdruk hebben dan mensen in arme landen.
  • Rijke mensen schaffen meer spullen aan, wonen in grotere huizen en maken vaker een verre reis. Ze gebruiken dus meer van de aarde dan arme wereldbewoners.









Slide 24 - Tekstslide

Milieuproblemen 
Wat is een ander woord voor de leefomgeving?
  • Het milieu.


Wat hoort er bij de leefomgeving?
  • de lucht
  • de bodem
  • het water









Slide 25 - Tekstslide

Milieuproblemen 
Het milieu wordt bedreigd door vervuiling. Geef daarvan voorbeelden.
  • De lucht:
  • Motoren van vliegtuigen vervuilen de lucht en veroorzaken ademhalingsproblemen.
  • De bodem:
  • Stoffen die uit de bodem gehaald worden raken op.
Gaswinning zorgt voor aardbevingen.
  • Het water:
  • Fabrieken lozen giftige stoffen; afval en plastic komen in zee.









Slide 26 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Had 1 of geen vragen goed bij de mini-check -->
Je maakt samen met de leerkracht opdracht 2 en 5.

Slide 27 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
LJ1 - Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 112 t/m 115.
LJ2 - Je maakt nu zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op blz. 112 t/m 114



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
LJ1 + LJ2- Daarna maak je de herhalingsopdrachten op blz. 118.
timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- weet je dat Nederland tijdens een ijstijd bedekt was met landijs en dat de stuwwallen en zwerfkeien daar overblijfselen van zijn?
- weet je dat je Nederland kunt verdelen in een laaggelegen en een hooggelegen deel en dat dit hoge deel eerder bewoond werd?

Slide 29 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je uitleggen waarom wij een te grote ecologische voetafdruk hebben?
- weet je dat de bodem, de lucht en water op verschillende manieren worden vervuild?

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Maandag 12 juni
7.4 opdracht 1 t/m 5

Huiswerk LJ2: 
Maandag 12 juni
7.4 opdracht 1 t/m 5
Toetsen LJ1: 
Donderdag 15 juni
SO 7.3 + 7.4

Toetsen LJ2: 
Donderdag 15 juni
SO 7.3 + 7.4

Slide 31 - Tekstslide