Korte/lange klank oefenen

Lesdoelen
Na de les 
- weet je hoe je woorden met een lange klank aan het einde van 
   een klankgroep schrijft.
- weet je hoe je woorden met een korte klank aan het einde van 
   een klankgroep schrijft

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Na de les 
- weet je hoe je woorden met een lange klank aan het einde van 
   een klankgroep schrijft.
- weet je hoe je woorden met een korte klank aan het einde van 
   een klankgroep schrijft

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Jager-woorden

Slide 3 - Woordweb

Bakker-woorden

Slide 4 - Woordweb

Wat is de juiste spelling?
A
Avontur
B
Aavontuur
C
Avontuur
D
Aavontur

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Vanaavond
B
Vanavond
C
Vaanavond
D
Vanafavond

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Tooneelstuk
B
Toonelstuk
C
Tonelstuk
D
Toneelstuk

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Medeklinkers
B
Meedeklinkers
C
Meedeeklinkers
D
Medeeklinkers

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Lookaal
B
Lokal
C
Lokaal
D
Lookal

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Tafellaaken
B
Tafellaken
C
Taafellaken
D
Tafellakken

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
hooge boomen
B
hoge bommen
C
hooge bomen
D
hoge bomen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
geld sparen
B
geld spaaren
C
geld sparren
D
geld spaarren

Slide 12 - Quizvraag

Bedenk een woord met een lange klank, maar met één klinker
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Bedenk een woord met een korte klank, maar met twee medeklinkers
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Weet jij deze regel nu voor altijd te gebruiken?
JA!
Misschien
Nee...

Slide 15 - Poll

Noem minstens twee dingen die je hebt geleerd in deze les.
timer
2:30

Slide 16 - Open vraag

Noem een verbeterpunt voor deze les.
timer
2:00

Slide 17 - Open vraag