2.5 Woorden les 2

2.5 Woorden les 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.5 Woorden les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

- Je kent 30 nieuwe woorden.

- Je kent de betekenis van de  Griekse en Latijnse voor -en achtervoegsels op pagina 121.

Slide 2 - Tekstslide

Woord van de week

Autonoom

Slide 3 - Tekstslide

Woord van de week

Autonoom

Slide 4 - Tekstslide

Start les. 
Stillezen in je boek voor de tweede boekopdracht.
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
H2.5 Opdracht 3,4,6,7

Huiswerkcontrole
en
samen de opdrachten bespreken

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn voor -en achtervoegsels?

Slide 7 - Open vraag

Griekse en Latijnse voor -en achtervoegsels
Lezen blz. 121

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

ATHEISME

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

ANTIVAXER

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

BIOLOGIE

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

DYSLEXIE

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

EGOIST

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

MACRO-EVOLUTIE

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

MONOTHEISME

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

MULTIMEDIA

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

NANOTECHNOLOGIE

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

GEOLOOG

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent het volgende woord?
Tip: gebruik de betekenis van de voor -en achtervoegsels

TELEVISIE

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk

H2.5 Opdracht 13,15 en 16

Klaar?
Oefenen met woordentrainer via methodesite


Slide 20 - Tekstslide

contra-
ex-
hyper-
pre-
-eur
-heid
-isch
van vroeger
tegen
heel erg
voor
een persoon
een toestand
dat gaat over

Slide 21 - Sleepvraag

Wat betekent 'iemand iets op het hart drukken'?
A
het hart een schok geven
B
iets nieuws brengen
C
iets benadrukken
D
alle aandacht opeisen

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent 'potentieel'?
A
vaardigheid
B
uiterste grens
C
invloed
D
iets wat zou kunnen gebeuren

Slide 23 - Quizvraag

Wat betekent 'delicaat'?
A
makkelijk
B
wezenlijk
C
gevoelig
D
plotseling

Slide 24 - Quizvraag

Wat betekent 'eenzijdig'?
A
scherp stellen
B
beperkt
C
alle aandacht opeisen
D
vaardigheid

Slide 25 - Quizvraag