4V Periode 1 - PA3 H4 Les 3 (20-09-2024)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bienvenidos

LESSONUP klascode: 

A4sptl6: LLOZC

A4sptl7: LXOWD

Ga naar lessonup.app en meld je aan via de klascode OF ga naar magister en gebruik de link -> 

De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.

Período 1: Metas / Objetivos (= doelen)

Je leert communiceren over Spaanse cultuur en landen en over het thema gezondheid, op ERK-niveau A2.

• We gaan veel te weten komen over Cuba, een Spaanstalig land in Midden-Amerika, door erover te lezen en te praten.
• We gaan leren hoe je kunt vertellen over je gezondheid, de dokter en het ziekenhuis.
• Je leert meer over de verleden tijd 'pretérito indefinido', zowel regelmatige als onregelmatige werkwoorden, en ook in welke situaties je deze verleden tijd gebruikt. 
• Daarnaast leer je hoe je zinnen korter maakt door het meewerkend voorwerp in zinnen te vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. Voorbeeld: 'Ik geef het boek aan Annemiek' -> 'Ik geef haar het boek'.

Info ICT, toetsen, huiswerk

Toets:

• Examen (toetsweek): LA SALUD + CUBA  (Paso adelante 3, H4 + pretérito indefinido)

Huiswerk:

• Op magister staat je rooster, maar het huiswerk staat in de studiewijzer op Teams. Houd het huiswerk goed bij, ook het leerwerk!

-> samen bekijken: studiewijzer in het edu-team.

Lessonup.app:   

• aanmelden, linkje staat in magister bij de eerste les Spaans van dit schooljaar. 
• aanmelden kan ook met de klascode:     A4sptl6: LLOZC                 A4sptl7: LXOWD

Reglas

1. groeten bij binnenkomst, geen jas in de klas, rustig op eigen plaats gaan zitten
2. spullen en huiswerk in orde
3. als de docent spreekt, ben je stil
4. vragen? hand opsteken
5. computer alleen gebruiken voor de les, en alleen indien de docent dat vraagt (dus geen andere bestanden, sites, magister, mail of meldingen open hebben staan)

                                                 

                                    Respecteer elkaar, en elkaars spullen!

El programa de hoy

INFO, DEBERES (10m)

VOCAB 4.2 (5m)

LEER: 'Mover el cuerpo con ...', ej. 8-9-10 (20m)

HABLAR (20m)

• pronunciación ej, 7 (Wb p.11)
• Frases clave E (TB p.46)
• practicar ejerc. 16-17-18a

EVALUACIÓN (5m)

Los deberes fueron:

Estudiar: 

• Vocab herhalen 4.1 (vocab altijd in beide richtingen) 
• gram H4 bron D ‘meewerkend voorwerp' tekstboek p.46 

Hacer: 

• afmaken tekst Cuba (primer texto, 2 paginas) -> Kom je problemen tegen? T.z.t. zelf nakijken voordat je het inlevert.
• afmaken H4 oef 6, 12, 13, 14ab -> antwoordblad H4
• -> VERVOLG: de oefeningen nagekeken? Lees de instructie van 14c goed  en maak de opgaven.

Comprobar los deberes: Welke vragen heb je?
Bij welke van de gemaakte opgaven wil je graag uitleg van de docent?

'Mover el cuerpo con los ritmos latinos'

VOCAB 4.2

LEER: 

'Mover el cuerpo con ...' (TB p.44-45)

HACER: 

ej. 8-9-10 (WB p.12-14)

HABLAR en español

La pronunciación de 

ue, ui, ie.

Recuerda: 

'q+u'  klinkt samen als 'k'

Ejemplo: 'que'  klinkt als 'ke'

PA3 H4 oef 7a

PA3 H4 oef 7c

HABLAR en español (2)

¿Qué significa el texto en la foto?

1. Estudiar: Frases clave E, TB p.46

2. Hacer en parejas: ejercicio 16-17 

pero ambos escribís :-)

3: Hacer individualmente: ej. 18a

REFLEXIÓN

Meewerkend voorwerp.
De plek van me/te/le/nos/os/les
is:

1. na het onderwerp van de zin
2. voor de persoonsvorm
3. voor de persoonsvorm, of achter het hele werkwoord plakken
4. voor de persoonsvorm, of voor het hele werkwoord

1. Geef drie voorbeelden van wat je hebt geleerd.
2) Wat vind je nog moeilijk?

Los deberes, zie studiewijzer!!!

Estudiar:  

herhalen vocab. 4.2 

H4 frases clave E (tekstboek p.46) 

Hacer: 

Afmaken H4 oef 8, 9, 10, 14c, 15, 17a 

Meewerkend voorwerp: 

Le doy un libro = Ik geef hem/haar een boek

Leerdoel (studiewijzer):

'... Daarnaast leer je hoe je zinnen korter maakt door het meewerkend voorwerp in zinnen te vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. 

Voorbeeld: 

'Ik geef het boek aan Esmée' -> 'Ik geef haar het boek'. 

Meewerkend voorwerp

Meewerkend voorwerp = objeto indirecto

Kies één of meer filmpjes met uitleg. 

Maak aantekeningen voor jezelf.  Wat kun je leren uit het filmpje? 

-> Ga naar de volgende slide.

  

Meewerkend voorwerp

Objeto indirecto (meewerkend voorwerp)

Ejemplos:

• Doy un vaso de agua a Ana. -> Le doy un vaso de agua.
• Compras un regalo para mí. -> Me compras un regalo.

ESTUDIAR: 

• Paso adelante 3, capítulo 4, fuente D, TB p.46 (meewerkend voorwerp)

HACER:

• Capítulo 4, ejercicio 13-14ab (Werkboek p.16)

KLAAR? Herhaal het persoonlijk vnw als onderwerp van de zin: yo, tú... -> MAAK oefening 12

Período 1: Cuba + La salud

¡A leer!

• We gaan lezen en leren over Cuba.
• We hebben 5 teksten over Cuba (in Teams) en we gaan er twee lezen!
  
• Iedereen leest de eerste tekst (p.52+p.53) en beantwoordt en español de vragen op p.53.
  
• Daarna kies je één van de andere teksten en beantwoord je de vragen over deze tekst. Elke tekst heeft twee bladzijden.
  
• Je mag individueel of in tweetallen werken, maar iedereen schrijft de antwoorden op.

Info: Spaans in klas 4

4 periodes, 1-2-2-2 

ACA Spaans op dinsdag 4e en 5e lesuur, info volgt

niveau: ERK-niveau A2 / B1

(ERK = Europees referentiekader)

Hoe zorg jij dat je
nieuwe woorden onthoudt?

Evaluación:
Welke nieuwe dingen heb je deze les geleerd?
Geef minimaal 3 concrete voorbeelden.

Info ACA (wordt nog geactualiseerd)

Wanneer: 

Wat:

in de keuzewerkgroep Spaans gaan we veel te weten komen over Spaanstalige landen en cultuur. We lezen over feesten, gewoontes, geschiedenis, luisteren Spaanse muziek en gaan daarover met elkaar in gesprek, etc. Ook kun je in de KWG vragen stellen over de behandelde lesstof en er is tijd voor het maken van de huiswerkopdrachten van Spaans.

Hoe inschrijven: 

info volgt. 

Objeto Indirecto = Meewerkend Voorwerp

- Uitleg bron D, p. 46

- Zie ook: frases clave E

Wat zijn in de frases clave de meewerkende voorwerpen?

REPASO: Vul in de zinnen de juiste vorm van het 

meewerkend voorwerp in.

1. A nosotros ____ gusta la cena (nosotros).
2. ____ quiero mucho (tú).
3. ____ paso la pelota (vosotros).
4. ____ doy una revista a Lourdes (ella).
5. El hombre ____ ha saludado (yo).
6. ____ compro un juguete nuevo a los niños (ellos).

Respuestas = Antwoorden

1. A nosotros nos gusta la cena (nosotros).
2. Te quiero mucho (tú).
3. Os paso la pelota (vosotros).
4. Le doy una revista a Lourdes (ella).
5. El hombre me ha saludado (yo).
6. Les compro un juguete nuevo a los niños (ellos).