3M WOORDENSCHAT H3 & H4 op 9-2-2021

Uitzetten
Profielfoto van jezelf
Welkom allemaal bij het vak Nederlands!
We gaan zo starten.
Stel je camera, microfoon en profielfoto goed
 in.
Zet  een 
in de chat. Dan weet ik dat je er bent. 
Start geen nieuwe vergadering
Zet een 
in de chat als je een vraag hebt
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Uitzetten
Profielfoto van jezelf
Welkom allemaal bij het vak Nederlands!
We gaan zo starten.
Stel je camera, microfoon en profielfoto goed
 in.
Zet  een 
in de chat. Dan weet ik dat je er bent. 
Start geen nieuwe vergadering
Zet een 
in de chat als je een vraag hebt

Slide 1 - Tekstslide

P3: WOORDENSCHAT
& POEZIE EN FICTIE

3M

2020-2021

Slide 2 - Tekstslide

WOORDENSCHAT H1 & H2

Woordraadstrategieën & 
Formeel taalgebruik

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent 'denkbeeldige'?

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent 'enclave'?

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent 'territorium'?

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent 'eveneens'?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent 'hectare'?

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent 'nabij'?

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent 'gehucht'?

Slide 10 - Open vraag

Wat is een schiereiland?

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent 'gevisualiseerd'?

Slide 12 - Open vraag

H2, vanaf blz. 56. Schrijf de uitwerking van opdracht 3 op.

Slide 13 - Open vraag

WOORDENSCHAT H3 & H4
- Zorg voor overzicht in jouw schrift.
Noteer duidelijk om welk hoofdstuk het gaat en om welke opdrachten.

- Ga de woorden al vast leren. 
Je kunt met behulp van jouw nagekeken opdrachten de woorden leren.
In de weekplanner van deze week staat een Quizlet-link met woordenlijsten van H1 & 2. (Tevens te vinden in SOM onder jaargebonden bijlagen.)

Slide 14 - Tekstslide

DEZE WEEK: WOORDENSCHAT H3 & H4

  • H3: Figuurlijk taalgebruik

  • H4: Woorden met meer betekenissen (homoniemen)

Slide 15 - Tekstslide

VANDAAG: WOORDENSCHAT H3
In teksten kom je vaak zinnen met een figuurlijke betekenis tegen. Er wordt dan iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat. Bijvoorbeeld:
De baby was om op te vreten. Dit betekent: De baby zag er heel schattig uit.

Om een tekst te begrijpen, is het belangrijk dat je figuurlijk taalgebruik herkent.
Lees de tekst zorgvuldig en vraag je af: bedoelt de schrijver het letterlijk, dus precies zoals het er staat? Als dat niet zo is, lees dan verder. Meestal begrijp je dan wel wat er bedoeld wordt.


Slide 16 - Tekstslide

VANDAAG: WOORDENSCHAT H3

Uitdrukkingen zijn ook een vorm van figuurlijk taalgebruik. Als je niet weet wat een uitdrukking betekent, zoek je de betekenis op in het woordenboek. Zoek bij het belangrijkste woord uit de uitdrukking. Bijvoorbeeld:
De hand boven het hoofd houden – Je zoekt in het woordenboek bij hand of bij hoofd.

Slide 17 - Tekstslide

WOORDENSCHAT H3
Donderdag inleveropdracht:
Woordenschat H3, vanaf blz. 82, opdracht 1 t/m 4.

Vrijdag inleveropdracht:
Woordenschat H4, vanaf blz. 110, opdracht 1 t/m 7.

NU SAMEN: opdracht 1 en verder waar mogelijk. 

Slide 18 - Tekstslide

LESSONUP

Klascode 3M1: psutk

Klascode 3M2: nvgcv

Klascode 3M3: wfinc

Slide 19 - Tekstslide