Opgaven_SE3

Opgaven_SE3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opgaven_SE3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Volkomen concurrentie 
> marktprijs = prijs individuele producent
Dus P=GO=MO

Slide 3 - Tekstslide

Volkomen concurrentie

Slide 4 - Tekstslide

Volkomen concurrentie

Slide 5 - Tekstslide

Volkomen concurrentie

Slide 6 - Tekstslide

Volkomen concurrentie

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken volkomen concurrentie:
- veel aanbieders
- homogeen product
- hoge transparantie
- toetreding markt makkelijk
- hoeveelheidsaanpasser

Slide 11 - Tekstslide

3.1.a Bepaal met behulp van de collectieve vraaglijn de marginale opbrengstenfunctie (MO). MO is 1e afgeleide TO
Stap 1: Qv herschrijven met P voorop waarbij Qv=q
> q=-P+4 > -P=q-4 > P=-q+4
Stap 2: stel TO functie op
TO= pxq= (-q+4)q= -q^2+4q
MO= TO'=-2q+4
b. Teken de MO-functie in de grafiek.
= Monopolie

Slide 12 - Tekstslide

3.1.a Bepaal met behulp van de collectieve vraaglijn de marginale opbrengstenfunctie (MO). MO is 1e afgeleide TO
Stap 1: Qv herschrijven met P voorop waarbij Qv=q
> q=-P+4 > -P=q-4 > P=-q+4
Stap 2: stel TO functie op
TO= pxq= (-q+4)q= -q^2+4q
MO= TO'=-2q+4
b. Teken de MO-functie in de grafiek.
= Monopolie
MO-lijn begint altijd op dezelfde positie als de TO-lijn op de y-as en eindigt op x-as precies in midden oorsprong en einde TO-lijn

Slide 13 - Tekstslide

3.1.c Bepaal met behulp van de aanbodfunctie de marginale kostenfunctie (MK).
Bij monopolie komt Qa overeen met afzetfunctie.
> Qa=q > Qa (=q) = 2P – 2 → 2P = q + 2 → P = MK = 0,5q + 1.

3.1.d/ Bereken de hoeveelheid en de prijs als de monopolist streeft naar maximale totale winst
> MO = MK
 -2q + 4 = 0,5q + 1 → 3 = 2,5q → q = 1,2.
 q invullen in prijsafzetfunctie=Qv
1,2 = -P + 4 → P = € 2,80

Slide 14 - Tekstslide

3.1.e Laat door middel van arcering in de grafiek zien welk deel van het consumentensurplus nu behoort tot het producentensurplus. (zie figuur)
3.1.f 
De deadweight-loss is de driehoek tussen het oude marktevenwicht, het punt berekend bij vraag d en het snijpunt tussen Qa en MO.
 Oude marktevenwicht: Qv = Qa → -P + 4 = 2P – 2 → -3P = -6 →
 P = 2, Qa = 2.
 Snijpunt Qa en MO door q = 1,2 in te vullen in MO: -2 × 1,2 + 4 = 1,6.
 Harberger-driehoek = ½ × (2,8 – 1,6) × (2 – 1,2) = 0,48 = € 480.000.


Slide 15 - Tekstslide

3.2.1 Bereken het subsidiebedrag in miljoenen euro's
Het subsidiebedrag is gelijk aan het verlies. 
Bij q = 60 geldt GO = 10.
TW = TO – TK
TW = 10 × 60 – (10 + 125/60) × 60 = -125 miljard cent
De subsidie bedraag € 1.250 miljoen.

Slide 16 - Tekstslide

3.2.b Bereken het verlies aan consumentensurplus in miljoenen euro’s in het geval dat HSV gaat streven naar maximale omzet.
De gemeentes overwegen om de subsidie af te bouwen. Wethouder Arakan stelt dat de onderneming in dat geval zal streven naar maximale omzet. Het verlies aan consumentensurplus dat hierdoor ontstaat, noemt zij ‘acceptabel.
De omzet is maximaal als MO = 0, dus bij q = 50.  De prijs stijgt van 10 naar 12,5.
De verandering van het consumentensurplus =  (12,5 – 10) × 50 + ½ × (12,5 – 10) × (60 – 50) = 137,5 miljard cent →   € 1.375 miljoen.

Slide 17 - Tekstslide

3.2.c Heeft wethouder Bhagavad gelijk? Leg het antwoord uit met behulp van de figuur
Wethouder Bhagavad heeft een andere mening. Volgens hem is het noodzakelijk om in een contract op te nemen dat HSV geen winst, maar ook geen verlies mag maken. ‘Als we dat niet doen, dreigt het gevaar dat HSV de prijzen met 75% zal laten stijgen.’
De wethouder heeft gelijk. Zonder afspraken kan HSV gaan streven naar maximale winst. MO snijdt MK bij q = 30 en P = 17,5. Dit is een stijging ten opzichte van de uitgangssituatie met (17,5 – 10)/10 × 100% = 75%.

Slide 18 - Tekstslide

HSV heeft de gemeenten laten weten het niet eens te zijn met het afschaffen van de subsidie en stelt met het oog op de lange termijn een verhoging van de subsidie voor. De directie belooft dat deze subsidie gebruikt zal worden voor onderhoud aan het materieel en niet om verliezen op de korte termijn op te vangen. De wethouders van vervoer vinden een belofte onvoldoende en dringen aan op contractafspraken om zo een principaal-agentprobleem te voorkomen.

3.2.d Noem een voorbeeld van zo’n contractafspraak en leg uit hoe deze afspraak een principaal-agentprobleem voorkomt. 

Extra uitleg examenonderdeel markten:
https://economiecompactonline.nl/vwo/begrippen_concept_markt.php

Extra uitleg maximale winst bij monopolie:
https://economiecompactonline.nl/vwo/maximale_winst_monopolie.php
Antwoord:
In het contract kan worden opgenomen dat HSV een aparte administratie bijhoudt voor het onderhoud. Zonder contractafspraken is er een principaal-agentprobleem. HSV heeft er belang bij om een deel van de subsidie te gebruiken om een verlies te dekken terwijl de gemeente wil dat het subsidiebedrag ten goede komt aan het onderhoud. De gemeente heeft last van asymmetrische informatie omdat zij niet precies kan weten hoeveel subsidie er nodig is voor het onderhoud. Met een aparte administratie kan de gemeente controleren dat het subsidiegeld inderdaad naar onderhoud gaat.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video