meervouds -n bij verwijzingen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Doelen

1. Ik kan het meervoud van een zelfstandig naamwoord vormen.

2. Ik weet wanneer ik een -n schrijf achter woorden als alle(n), beide(n) en sommige(n). 

Meervoud zelfstandig naamwoorden

8 regels

Meervoud seconde

1. secondes
2. seconden

Regel 1

Sommige woorden die eindigen op een -e hebben twee meervoudsvormen. 

Meervoud van staaf

Regel 2

Bij woorden die eindigen op een -s  of -f moet je in het meervoud soms de laatste letter veranderen in een z of een v. 

grens - grenzen (maar: wens - wensen)

staaf - staven (maar: fotograaf - fotografen)

Meervoud van zee

Regel 3

Woorden die eindigen op -ee of -ie krijgen een trema in het meervoud. Als de klemtoon op de laatste lettergreep ligt, dan voeg je in het meervoud -ën toe. Anders zet je het trema op de laatste e van het woord. 

idee - ideeën

porie - poriën

Meervoud van auto

Regel 4

Bij woorden die eindigen op een klinker schrijf je een apostrof + s ('s) als je het woord anders verkeerd uit zou spreken. 

oma - oma's 

ski - ski's 

cadeau - cadeaus 

cowboy - cowboys 

Meervoud van perzik

Regel 5

Bij woorden die eindigen op een onbeklemtoonde -el, -es, -et, ik of -it verdubbel je de laatste medeklinker in het meervoud niet.

dommerik - dommeriken

viezerik - viezeriken

Regel 6

Sommige woorden die eindigen op -man kunnen als meervoud ook -lieden of -lui hebben. 

zakenman - zakenmannen/zakenlieden/zakenlui

Regel 7

Woorden die uit het Latijn komen, hebben soms nog hun Latijnse meervoudsuitgang. 

museum - musea 

Regel 8

Sommige woorden hebben alleen een enkelvoud of alleen een meervoud. 

rommel, vee, zand

hersenen, inkomsten, omstreken 

Welke meervoudsvorm is fout?

1. dommerikken
2. luiwammesen
3. haviken
4. potten

Welke meervoudsvorm is fout?

1. baby's
2. radio's
3. douche's
4. sprays

Welke meervoudsvorm is fout?

1. knieën
2. allergiën
3. oliën
4. bacteriën

Meervouds-n bij verwijzingen

Meervouds-n bij verwijzingen

alle/ allen - beide/ beiden - sommige/ sommigen - andere/ anderen

ZONDER -n als:

- er een ZN achter staat

- persoon waarnaar wordt verwezen staat in zelfde zin

- verwijst niet naar personen ( zelfstandig gebruikt)

Je moet beide/beiden handen aan het stuur houden.

1. beide
2. beiden

Er komen andere/anderen mensen bij ons wonen.

1. andere
2. anderen

Hij had dertig fouten. Vele/Velen waren ontstaan door slordigheid.

1. Vele
2. Velen

Er komen andere/anderen naast ons wonen.

1. andere
2. anderen

Doelen

1. Ik kan het meervoud van een zelfstandig naamwoord vormen.

2. Ik weet wanneer ik een -n schrijf achter woorden als alle(n), beide(n) en sommige(n).