Coll goederen en tragedy of the commons

Gemeenschappelijke goederen en collectieve goederen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Gemeenschappelijke goederen en collectieve goederen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Begrijpen hoe de markt voor collectieve goederen werkt. 

Kunnen verklaren waarom een groot glas drinken met twee rietjes sneller op gaat dan twee kleine met eigen rietje

Slide 2 - Tekstslide

Spijker-broek
Vis in de zee
Wifi
Defensie

Slide 3 - Sleepvraag

Collectieve goederen
  • Niet-uitsluitbaar en niet-rivaliserend
  • Bij allocatie door de markt zouden er geen collectieve goederen tot stand komen.
  • Aanbod van collectieve goederen door de overheid waarbij iedereen gedwongen meebetaalt. (belasting)


Slide 4 - Tekstslide

Mensen willen wel profiteren van een collectief goed, maar niet meebetalen.
Hoe noemen we dit gedrag?
A
Free-riden
B
Niet netjes
C
Uitvreten
D
Meeliften

Slide 5 - Quizvraag

Vraag naar collectieve goederen
  • Bij individuele goederen: iedereen betaalt voor eigen gebruik
  • Evenwichtshoeveelheid: vraag – aanbod
  • Bij collectieve goederen: wie betaalt? En iedereen kan er gebruik van maken. Hoeveel 'goederen moeten er dan komen'? 


Slide 6 - Tekstslide

Hoe bepaalt de overheid hoeveel er van een collectief goed moet komen?

Slide 7 - Open vraag

Vraag naar individuele goederen

Slide 8 - Tekstslide

Vraag naar collectieve goederen

Verticaal optellen van de betalingsbereidheid

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen: uit de module

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 8a. Hoeveel beveiligers worden ingehuurd?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Gemeenschappelijke goederen

Slide 15 - Tekstslide

4

Slide 16 - Video

00:45
Hoeveel vis zou je elke dag moeten vangen om de voedselvoorziening te optimaliseren?
A
1
B
2
C
de helft
D
zoveel mogelijk

Slide 17 - Quizvraag

01:28
Welke stelling is juist?
A
Vis in het meer is niet-uitsluitbaar en niet-rivaliserend
B
Vis in het meer is een clubgoed
C
Vis in het meer is niet-uitsluitbaar, maar wel rivaliserend
D
Vis in het meer is een individueel goed

Slide 18 - Quizvraag

03:09
Hoe noemen we de spelsituatie die nu ontstaat?

Slide 19 - Open vraag

03:59
Welke oplossingen zou je kunnen bedenken voor het probleem met de vissen in het meer?

Slide 20 - Open vraag

Tragedy of the commons

Gemeenschappelijke goederen, gemeenschappelijk gebruik
Vrij en ongelimiteerde toegang

Maar daardoor: tragedie

Slide 21 - Tekstslide

Oplossingen

Eigendomsrechten

Afdwingbare regels

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag

  • Afronden module - deel 1 (t/m opdracht 11)
  • Antwoorden op ELO: bekijk kritisch en formuleer je vragen
  • Logboek al af?

Volgende week: verder met speltheorie

Slide 23 - Tekstslide