Woordenaars herhalingsles

Woordenaars herhalingsles
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Woordenaars herhalingsles

Slide 1 - Tekstslide

Welke woorden weet je nog?

Slide 2 - Woordweb

Leg uit wat het gedraaide woord betekent of probeer een zin ermee te maken.
Steek je vinger op als je het weet.

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent:
Richtlijn?
A
Een rechte lijn
B
Als iets goed is
C
Weet ik niet
D
Aanwijzing, advies

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent:
Capaciteit?
A
Een kledingmerk
B
Vermogen, talent, kracht
C
De tijd nemen
D
Weet ik niet

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent:
Stigmatiseren?
A
In hokjes indelen
B
Snel rijden
C
Rustig aan doen
D
Weet ik niet

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent:
Desondanks?
A
Weet ik niet
B
Andere manier om bedankt te zeggen
C
Ondanks dat, toch
D
Zondag in het Deens

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent:
Cruciaal?
A
Een kruis
B
Type zeedier
C
Heel belangrijk
D
Een soort sjaal

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent:
Gemeen hebben?
A
Ruzie hebben
B
Weet ik niet
C
Hetzelfde hebben
D
Veel geld hebben

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent:
Van toepassing zijn?
A
De juiste kledingmaat
B
Schoenen aanpassen voordat je ze koopt
C
Een basketbal term
D
Geldig zijn

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent:
Belemmeren?
A
Hard remmen
B
Hinderen, tegenhouden
C
Weet ik niet
D
Een volle emmer

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent:
Onverantwoord?
A
Het juiste antwoord
B
Onverstandig, gevaarlijk
C
Ergens over klagen
D
Weet ik niet

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent:
Zich onthouden van?
A
Herinnering
B
Weet ik niet
C
Afzien, iets niet doen
D
Iemand lief hebben

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent:
Veelzijdig?
A
Een dik boek
B
Weet ik niet
C
Een groot huis
D
Op allerlei manieren

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent:
Moreel?
A
Een soort vis
B
Besef van goed en kwaad
C
Een kleur
D
Weet ik niet

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent:
Nota bene
A
Weet ik niet
B
Let op, zelfs
C
Iets noteren
D
Veel benen

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent:
Doorslaggevend?
A
Weet ik niet
B
Allesbepalend
C
Een honkbalterm
D
koekjesdeeg

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent:
Het compromis?
A
Appelmoes
B
Overeenkomst
C
Een belofte
D
Weet ik niet

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent:
Kritiek (toestand)
A
Gevaarlijk
B
Een soort krant
C
Een gerecht
D
Weet ik niet

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent:
Het hoofd bieden?
A
Je hoofd verkopen
B
Weerstand bieden
C
Weet ik niet
D
Op de markt staan

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent:
Erkennen?
A
Goed kunnen zien
B
Weet ik niet
C
Rondreizen
D
Inzien, toegeven

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent:
Gepaard gaan met?
A
Samengaan met
B
Twee of meer paarden
C
Weet ik niet
D
Een toneelstuk

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent:
Ten opzichte van?
A
In vergelijking met
B
Op iemand letten
C
Weet ik niet
D
Goed kijken

Slide 23 - Quizvraag

Een filmpje als beloning!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video