Les 1. 8.1 DNA opbouw

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken

Slide 1 - Tekstslide

De aankomende periode
Les 1. DNA
Les 2. Genexpressie en eiwitsynthese
Les 3. Monohybride kruisingen 
Les 4. Polyhybride kruisingen
Les 5. X-chromosomale kruisingen
Les 6. Stambomen

Les 7.  Gekoppelde overerving
Les 8. Biodiversiteit
Les 9. Evolutietheorie + eilandtheorie
Les 10.  Geschiedenis leven op aarde
Les 11. Populatiegenetica

Slide 2 - Tekstslide

DNA en chromosomen

Je kunt uitleggen waaruit DNA is opgebouwd. 

Je kunt in een context aangeven hoeveel
chromosomen een cel bevat 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je hier al over?

Slide 4 - Woordweb

Elke lichaamscel bevat hetzelfde DNA
A
Waar
B
Niet waar
C
Dat is niet te bepalen

Slide 5 - Quizvraag

DNA ingezoomd

  • Vlak voor een celdeling rolt DNA zich op tot een chromosoom (compactere vorm)

  • Chromosomen zijn opgerold en compact en kun je (met de juiste) microscoop wel zien

  • Je hebt 46 chromosomen in elke cel (behalve twee uitzonderingen)

Slide 6 - Tekstslide

Elke lichaamscel bevat 46 chromosomen. Elk chromosoom komt twee keer voor in de celkern. Technisch gezien heb je dus maar 23 unieke chromosomen die dubbel voorkomen.
Waarom hebben wij dus 23 x 2 = 46 chromosomen?
(PS: hoe kom je eigenlijk aan je chromosomen / DNA)

Slide 7 - Open vraag

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern? (T1)
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
C
Hersencellen
D
Hypofyse cellen

Slide 8 - Quizvraag

Aantal chromosomen

Karyogram laat de chromosomen van een menselijke cel gepaard zien liggen


De hoeveelheid unieke chromosomen noemen we n

Bij de mens spreken we dus over n = 23 

Slide 9 - Tekstslide

Bij een kikker geldt n = 13. Hoeveel chromosomen heeft een kikker?
A
6,5
B
13
C
26
D
1

Slide 10 - Quizvraag

Bij een paard geldt 2n = 64. Hoeveel chromosomen heeft een paard?
A
32
B
64
C
128
D
1

Slide 11 - Quizvraag

Ga naar tabel 70D.
a. Op welke chromosoom (noteer nummer) ligt de code DFNB59, DFNB31
b. Waar codeert deze code voor?

Slide 12 - Open vraag

Gen en DNA
Op je DNA liggen dus de codes voor onze genen. 

Hoe zorgt je lichaam er voor dat wat er op die code staat wordt uitgevoerd?

Slide 13 - Tekstslide

aantal chromosomen
DNA bestaat uit twee 
We lezen samen uit het boek:

De structuur van het DNA-molecuul lijkt op een gedraaide ladder, een soort wenteltrap, dubbele helix genoemd. Het molecuul is opgebouwd uit twee hele lange ketens van telkens dezelfde bouwstenen, namelijk een desoxyribose (een suikermolecuul), een fosfaat (een stof waar het element fosfor - P - in zit) en een stikstofbase. Zo'n bouwsteen wordt een nucleotide genoemd. Desoxyribose en fosfaat vormen de zijkanten van de ladder. Tussen deze twee ketens liggen de 'sporten' van de ladder: telkens twee stikstofbasen die een paar vormen.

Slide 14 - Tekstslide

DNA bestaat dus uit desoxyribose, een fosfaatgroep en stikstofbasen. Er zijn 4 soorten stikstofbasen: A, T, G, C. Waar staan deze 4 letters voor? (binas)

Slide 15 - Open vraag

Bekijk tabel 71B.
a. Welke twee stikstofbasen vormen altijd een binding met twee H-bruggen?
b. Welke twee stikstofbasen vormen altijd een binding met drie H-bruggen?

Slide 16 - Open vraag

aantal chromosomen
DNA bestaat uit twee 
De stikstofbasen:

A - adenine
T - thymine
C- cytosine
G - guanine




Adenine zit altijd vast aan thymine (A-T of T-A)
Cytosine zit altijd vast aan guanine (C-G of G-C)

Slide 17 - Tekstslide

Ik heb een streng DNA met de volgende code AATGTCGTC. Hoe codeert de daarbij horende streng DNA?

Slide 18 - Open vraag

DNA knexxen
Per tweetal (of drietal) 1 koffer

Gebruik het boekje als instructie

Maak eerst pagina's 4 en 5

Klaar? Ga dan verder met pagina's 6 en 7


timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat is wat
Bekijk je eigen DNA model en vergelijk deze met de afbeelding hiernaast

Welk knex-deeltje komt overeen met?
a. fosfaatgroep
b. desoxyribose
c. H-brug
d. Stikstofbase

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten. Dat betekent dat het DNA eigenlijk de code is voor aminozuren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag

1. Ruim de knex op (en haal het uit elkaar)
2. Maak de oefenvragen van 8.1


Slide 23 - Tekstslide