Voeding en leefstijl 2 lessen

Gezonde leefstijl
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gezonde leefstijl

Slide 1 - Tekstslide

HEEL matig gemaakt


2 weken geen les, stonden 2 kleine opdrachten tegenover... 

Slide 2 - Tekstslide

Tot 24 uur de tijd


Dus einde deze dag af! 

Slide 3 - Tekstslide

LVB
- niet aan de buitenkant te zien
- lezen niet altijd even goed
- luisteren selectief
- niet altijd beschikking over goede financiën 
- van huis uit soms niet geleerd wat gezond is en wat niet

Slide 4 - Tekstslide

volgende week
Toets over voeding

Slide 5 - Tekstslide

Hoe krijgt jouw lichaam energie om iets te doen?
A
Lichaamsbeweging
B
Voeding
C
Niet roken en drinken
D
sociale contacten

Slide 6 - Quizvraag

Wat zit er dan in voeding wat maakt dat jij energie krijgt? Denk aan de macro nutriënten

Slide 7 - Woordweb

Macro nutrienten
koolhydraten 4 kcal
eiwitten 4 kcal
vetten 9 kcal 

Slide 8 - Tekstslide

Micro nutrienten
Micronutriënten zijn voedingsstoffen waarvan we slechts een kleine hoeveelheid nodig hebben om te functioneren. De drie soorten micronutriënten zijn:

Vitamines, mineralen en spoorelementen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het doel van de schijf van 5?

Slide 10 - Woordweb

De schijf van 5

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het doel van een BMI meting? En is alleen de BMI betrouwbaar?

Slide 12 - Woordweb

Vanaf wanneer spreken we van een te hoge BMI ofwel overgewicht?
A
BMI hoger dan 15
B
BMI hoger dan 20
C
BMI hoger dan 25
D
BMI hoger dan 30

Slide 13 - Quizvraag

Body mass index
 Is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. 

De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.
Alleen de BMI zegt weinig, i.c.m. taillemeting is het veel betrouwbaarder!

Slide 14 - Tekstslide

Waarom moet men naast gekookte ook rauwe groente eten?
A
Omdat dat lekker is
B
koken krijg je 30 tot 50% vitamineverlies
C
Koken is niet gezond
D
Gekookte groente is moeilijker te eten

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Wat zit er in vet vlees waardoor je aderen kunnen dichtslibben?
A
HDL- cholesterol
B
LDL- cholesterol

Slide 17 - Quizvraag

Welke macronutriënt zit er vooral in mager vlees?
A
vetten
B
koolhydraten
C
eiwitten
D
ijzer

Slide 18 - Quizvraag

Wat zit er niet in vlees en wel in groente dat heel belangrijk is voor je stoelgang?
A
Mineralen
B
vitamines
C
vezels
D
ijzer

Slide 19 - Quizvraag

Waarom zijn vezels belangrijk?

Slide 20 - Woordweb

Vetten
Verzadigd vet --> dierlijke producten 

Onverzadigd vet --> vette vis en voeding met plantaardige oorsprong. 

Transvetten --> frituur en bakvet 

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de sociaal economische status?

Slide 22 - Woordweb

Vitamine D
osteoporose 

valtraining 

Slide 23 - Tekstslide

Einde les 1

Slide 24 - Tekstslide

Wat was LDL en HDL cholesterol ook alweer? Waar zit het in? 
Wat zegt de BMI? Wanneer te hoog? 
Wat zit er in groente en fruit en niet in vlees en is goed voor de stoelgang? 
Wat is de SES? 
Verzadigd en onverzadigd vet, welke is de gezonde? 
Vitamine en osteoporose, wat was dit ook alweer? 

Slide 25 - Tekstslide

Als je alvleesklier een bepaald hormoon niet meer aanmaakt, wat heb je dan?

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Video

Om af te vallen is welke activiteit het beste om te doen?
A
Hardlopen
B
Spierversterkende oefeningen
C
Spinning
D
Voetballen

Slide 28 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over het prestatievermogen vanaf 30- 35 jaar?
A
De maximale spierkracht neemt toe
B
De spiermassa neemt af
C
De bloeddruk daalt
D
De maximale zuurstofopname stijgt

Slide 29 - Quizvraag

Waarom zijn spierversterkende oefeningen zo goed om af te vallen? Denk aan afterburn!

Slide 30 - Woordweb

Wat is hypertensie?
A
te hoog bloedsuikergehalte
B
te hoge bloeddruk
C
te hoog cholesterol
D
vitamineoverschot

Slide 31 - Quizvraag

Wat kun je doen tegen hypertensie?

Slide 32 - Woordweb

Slide 33 - Video

Endorfine

Door te sporten maak je dit hormoon aan, deze wordt ook het gelukshormoon genoemd. 

eten, sex ook.. 

Slide 34 - Tekstslide

Dranken 
koffie en thee
cola
energy drink 
vruchtensap 
bier en wijn 

Slide 35 - Tekstslide

Oefentoets op papier


Volgende week starten we met alcohol! 

Slide 36 - Tekstslide