In 1792 schrijft markies de Condorcet, een Franse edelman:
We moeten ervan uitgaan dat de vooruitgang van de rede gelijk op zal gaan met de vooruitgang in de kunsten en wetenschappen. Dat bijvoorbeeld de voortgang van de geneeskunde (…) uiteindelijk zal resulteren in de vernietiging van alle besmettelijke en overdraagbare ziekten en ook van de ziekten die het gevolg zijn van klimaat, voedsel en de belasting door de dagelijkse werkzaamheden (…). Is het daarom raar te veronderstellen dat de verbeterbaarheid van het lot van de mens ook geen grenzen kent?
De opvattingen van markies De Condorcet zijn een voorbeeld van de nieuwe manier van denken in de achttiende eeuw.
Noem een kenmerk van deze manier van denken en leg uit hoe dit in de opvattingen van de markies naar voren komt.