literatuur: theorie - verhaalanalyse Les 3 perspectief
Literaire theorie - verhaalanalyse
les 3
Dautzenberg H 11
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Literaire theorie - verhaalanalyse
les 3
Dautzenberg H 11
Slide 1 - Tekstslide
les 3
Slide 2 - Tekstslide
leerdoelen
je kunt verschillende perspectieven herkennen en benoemen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Door wiens ogen zie je het verhaal?
Slide 6 - Open vraag
perspectief
het standpunt van een personage ten opzichte van een gegeven in het verhaal, meer specifiek diens blik op de zaak.
door wiens ogen zien wij alles gebeuren?
Slide 7 - Tekstslide
auctoriale en onzichtbare verteller
alwetende/ auctoriale verteller
verteller doet zich voor als auteur;
neemt geen deel aan de gebeurtenissen; zichtbaar in de tekst;
soms in ik-vorm;
richt zich tot de lezer;
speelt met het fictionele karakter
onzichtbare verteller
ook alwetend; niet zichtbaar in de tekst; het verhaal lijkt zichzelf te vertellen
Slide 8 - Tekstslide
personale verteller
verteller speelt geen rol in de vertelde geschiedenis
verhaal is in hij-vorm geschreven
deze hij-figuur staat in de gebeurtenissen centraal
hij is een van de personages uit het verhaal (dus ook betrokken bij de gebeurtenissen
lezer beleeft mee vanuit zijn visie en weet alles wat deze figuur denkt, doet, voelt
wat andere personages voelen of denken is deze figuur niet bekend
Slide 9 - Tekstslide
ik- perspectief
verteller speelt een rol in de vertelde geschiedenis
verhaal is in de ik-vorm geschreven
verteller kan er (net als in personaal perspectief) voor kiezen zijn personage iets te laten vertellen wat in het verleden is gebeurd
vraag je af hoe betrouwbaar is het perspectief?
Slide 10 - Tekstslide
Vertellend en belevend ik
belevend-ik vertelt over gebeurtenissen in het verhaalheden.
vertellend-ik vertelt over gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in het verleden. Hij kan terugkijken en er commentaar op leveren.
Slide 11 - Tekstslide
Ík ga mij scheren en kleed mij aan. Ik pak rugzak en koffer in met veel overleg. De dingen die ik zal achterlaten in Alta, doe ik nu maar vast in de koffer : witte overrhemden, het elektrische scheerapparaat enz.'
W.F. Hermans - Nooit meer slapen
‘Ik was tot niets in staat in die tijd; elke avond liep of fietste ik over het jaagpad langs de vliet in de richting van het Bommeer. Achteraf heb ik het gevoel dat dat de mooiste avonden in mijn leven zijn geweest; ik had iets om over te treuren en ik was toch niet ongelukkig want ik was verliefd.’
(..) Ik probeerde haar gezicht voor me te halen maar dat lukte me niet. Ik hoorde een vreemd geluid maar ik dacht dat het een vogel was en ik mijmerde verder over dat meisje waarop ik tot op de dag vandaag verliefd ben gebleven. Toen klonk een stem achter mij: ‘Wat doe je daar?’
‘De neef van Mata Hari’, in: ‘Het Vrome Volk'M. 't Hart
‘Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de tweeëntwintigste december 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte.’
G. Reve De Avonden
Toen Gregor Samsa op een ochtend ontwaakte uit onrustige dromen, ontdekte hij dat hij in bed was veranderd in een reusachtig eng beest. Hij lag op zijn pantserachtig harde rug en wanneer hij zijn kop een beetje optilde, zag hij zijn gewelfde, bruine, uit boogvormige stijve delen samengestelde buik, met daar bovenop de deken, die op het punt stond er helemaal af te glijden en nog net wist te blijven liggen. Voor zijn ogen wiebelden zijn vele, vergeleken met zijn verdere omvang jammerlijk dunne pootjes hulpeloos heen en weer.
"Wat is er met me gebeurd?" dacht hij. Het was geen droom.
F. Kafka, De gedaanteverwisseling
Ik kon me niet meer bewegen toen ik Thera voor het eerst zag. En daar is niets aan overdreven. Ik begon niet te zweten of te stotteren, nee, ik verstijfde. Dat was alles. Ik stond met twee rode, knipperende horentjes op mijn hoofd dicht bij de brug over de gracht en was nog niet in staat mijn pink te bewegen.
vertellend-ik
ik-verteller
alwetende verteller
personale verteller
belevend ik
Slide 12 - Sleepvraag
structuur of opbouw van een roman
wijze waarop boek is opgebouwd, kijk naar:
voorwerk: titel / ondertitel / opdracht / motto / proloog
eigenlijke tekst: hoofdstukken / titels / delen
nawerk: epiloog
verhaallijnen of verhaallagen die samenkomen of elkaar kruisen