2.7 grammatica

T3- woensdag 25 sept
Herhaling behandelde zinsdelen + bijwoordelijke bepaling 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

T3- woensdag 25 sept
Herhaling behandelde zinsdelen + bijwoordelijke bepaling 

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les

  • Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
  • Opdrachten gemaakt in Talent online 
Vandaag 

  • Terugblik/herhalen wat we gedaan hebben (opdr 6 bespreken)
  • Bijwoordelijke bepaling uitleg
  • Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Zinsdelen 
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling 

Slide 3 - Tekstslide

2.7 opdracht 6 bespreken tot C
De opdracht: Zinsdelen benoemen.
Noteer de persoonsvorm. Kopieer dan de zin in het invulveld en zet zinsdeelstrepen. Schrijf wg, o, lv en mv tussen haakjes achter de juiste zinsdelen.

Slide 4 - Tekstslide

Zin A, B, C
a. Handboogschutters laten jongeren met ADHD op een praktische en effectieve manier hun concentratie herkennen.

b. Dit experiment liet de kinderen hun hyperfocus optimaal ervaren.

c. Het bloedserieus in balans blijven en het mikken op het doel zouden hun direct een gefocuste kalmte in ledematen en hoofd bezorgen.




Slide 5 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling. Vaak geeft het een plaats of tijd aan.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Welke vraag(en) stel je ook alweer om de bijwoordelijke bepaling te bepalen?
  • waar= bijwoordelijke bepaling van plaats
  • wanneer= bijwoordelijke bepaling van tijd
  • hoe = bijwoordelijke bepaling van reden

Slide 8 - Tekstslide

bijwoordelijke bepaling
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.

Slide 9 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen die een bijwoordelijke bepaling zijn naar de box.
Vanmorgen
ging
de buurman
over straat

Slide 10 - Sleepvraag

lijdend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
onderwerp
bijwoordelijke bepaling
werkwoordelijk gezegde
Hij 
viert
zijn verjaardag
dit weekend.
inderdaad

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Vandaag hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld

Slide 12 - Quizvraag


Heeft een zin altijd een bijwoordelijke bepaling?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Maken van 2.7:
Opdracht 8 en 10

Welke opdrachten van paragraaf 2.7 moet je maandag afhebben:
1, 4, 6 (t/m e), 8, 10

Slide 14 - Tekstslide