Het gebruik van leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

Nederlands
maandag 2 oktober 2023
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
maandag 2 oktober 2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerkcontrole
Opdracht 1 t/m 4, op blz 230 en 231.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebruik van leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan je aanhalingstekens op de juiste manier gebruiken.
  • Aan het einde van de les kan je de dubbele punt op de juiste manier gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als je geen dubbele punt of aanhalingstekens gebruikt?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het gebruik van de dubbele punt en aanhalingstekens
  • Dubbele punt: een leesteken dat wordt gebruikt om iets aan te kondigen of te tonen.
  • Aanhalingstekens: komen na de dubbele punt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebruik van aanhalingstekens en dubbele punt
  • Aanhalingstekens: leestekens die je gebruikt om een citaat aan te geven.
  • Met een citaat schrijf je woord voor woord op wat iemand zegt.

Abdel zegt: "Ik ga mijn huiswerk echt niet maken vandaag, want er is voetbal op tv."

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wel en wanneer niet gebruiken
  • Directe rede: je schrijft letterlijk op wat iemand zegt. Heet ook wel citaat. 
    Abdel zegt: "Dat ga ik mooi niet doen."

  • Indirecte rede: je schrijft niet letterlijk op wat iemand zegt.
    Abdel zei dat hij het niet ging doen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebruik van leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens
  • In deze les leren we het correct gebruik van leestekens, met name de dubbele punt en aanhalingstekens.
  • Een dubbele punt wordt gebruikt om iets te tonen of aan te kondigen.
  • Aanhalingstekens worden gebruikt om een citaat aan te geven, waarbij woord voor woord wordt opgeschreven wat iemand zegt.
  • Er zijn uitzonderingen, zoals wanneer het citaat aan het begin van de zin staat of na een uitroepteken of vraagteken.
  • Het verschil tussen directe en indirecte rede wordt ook besproken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met dubbele punt en aanhalingstekens
Wat: maak oefening 1 t/m 6 op blz. 232 en 233
Hoe: zelfstandig in je werkboek
Hulp: aantekeningen of uitleg op blz. 232 
Tijd: 10 minuten
Resultaat: Nabespreking volgende les
Klaar: ga aan de slag met opdracht 7. Dit doe je samen met een klasgenoot.
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Ik doe opgave 1 voor, 2 maken ze zelf.
Ze mogen alvast beginnen, wie het nog niet zeker weet mag even meekijken met hoe ik het doe.
Wat is de directe rede?

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Wat is het verschil met de indirecte rede?

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Huiswerk
Schrijf in je agenda voor dinsdag het 6e uur:

M: §:3 Blz. 232 + 233 Opdr. 1 t/m 7



Slide 16 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen hebben geleerd.