De resulterende kracht

A 3 natuurkunde
De resulterende kracht
Goedendag, fijn dat jullie er zijn
  • Telefoon in de telefoontas
  • Boek, schrift, pen, rekenmachine, geodriehoek op tafel
  • Zitten volgens de opstelling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

A 3 natuurkunde
De resulterende kracht
Goedendag, fijn dat jullie er zijn
  • Telefoon in de telefoontas
  • Boek, schrift, pen, rekenmachine, geodriehoek op tafel
  • Zitten volgens de opstelling

Slide 1 - Tekstslide

Starter for ten, maak de vraag in je schrift.
(Herhaling)
Bereken verschil in het gewicht van een koe op aarde staat en een koe die op de maan staat. Beide koeien hebben een massa van 560 kg.
Noteer volledige berekeningen.

Tip: De valversnelling op de maan is 1,6 m/s2
       De valversnelling op de aarde weet je!

Slide 2 - Tekstslide

Antwoord op de vraag: 
Bereken verschil in het gewicht van een koe op aarde staat en een koe die op de maan staat. Beide koeien hebben een massa van 560 kg.
Beide formules zijn hetzelfde:

Fg = m . g
Vraag: Fg op aarde en Fg op de maan
Gegevens:
m = 560 kg (beide koeien)
gaarde = 10 m/s2
gmaan = 1,6 m/s2
Fg = 560 . 10 (aarde)

Fg = 560 . 1,6 (maan)
Verschil is:
5600 - 896 = 4704 N

Slide 3 - Tekstslide

Doelen, wat gaan we doen.
  • Wat is de resulterende kracht.
  • Wanneer mag je de krachten optellen
  • Wanneer mag je de krachte aftrekken
  • Wanneer moet je de stelling van Pythagoras maken.

Slide 4 - Tekstslide

Twee krachten op een voorwerp.
Op voorwerpen werken wel meer dan 1 kracht.
Al deze verschillende krachten hebben ook weer verschillende uitwerkingen maar ze kunnen wel samen voor een resultaat zorgen, dit noemen we de resulterende kracht.

Denk aan het fietsen. Je hebt een spierkracht die vooruit werkt, maar je hebt ook een tegenwind die je tegenwerkt waardoor je langzamer gaat fietsen (het kost in ieder geval meer moeite).

Slide 5 - Tekstslide

Optellen of aftrekken
Als krachten in dezelfde richting werken, dan helpen ze elkaar en mag je ze optellen.

Als krachten in een tegengestelde richting werken dan werken ze elkaar tegen en mag je ze van elkaar aftrekken.
Je moet er dan wel bij vermelden welke kant de resulterende kracht gaat werken.

Slide 6 - Tekstslide

Twee krachten in evenwicht.

De zwaartekracht en spankracht zijn even groot, maar tegengesteld gericht.
De kist blijft in evenwicht.

Slide 7 - Tekstslide

De normaalkracht
De normaalkracht is de kracht van de ondergrond op het voorwerp en maakt hier evenwicht met de zwaartekracht.

Slide 8 - Tekstslide

De resultante bepalen
De resultante is de optelsom van alle krachten, ookwel nettokracht of somkracht genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wrijvingskracht
Wrijving is een tegenwerkende kracht doordat de bodem van een voorwerp over de bodem
wrijft.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Pythagoras.
Als twee krachten een hoek maken van 90 graden (een rechte hoek) dan kun je de stelling van Pythagoras gebruiken om de resulterende kracht te berekenen.

Slide 15 - Tekstslide

De resultante berekenen
formule
Vraag: Fr = ?
gegevens:
F1 = 40 N
F2 = 30 N
.


Fr = 50
Fr=(F1)2+(F2)2
Fr=402+302
Fr=2500

Slide 16 - Tekstslide

Ga nu verder werken aan: Het voorbereiden van je proefwerk


Slide 17 - Tekstslide