Test jezelf: H1.7 en H1.8 Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt, uitroepteken Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Deze week
Schrijfopdracht Hammie
Lezen H3.3
Volgende week
Mediawijsheid
Slide 2 - Tekstslide
Ik zal een aantal herhalingstaken klaarzetten in NUMO voor het SO.
Huiswerkopdracht bespreken
Scène herschrijven
Vandaag
Tabel over de gedachten van Maud, Thomas en de hamster.
Huiswerk:
Programma:
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Je gaat naar een kort verhaal luisteren. Het verhaal duurt ongeveer 10 minuten.
De hij/zij- verteller Je bekijkt het verhaal door de ogen van een van de personages uit bijvoorbeeld een boek. Je kent alleen zijn of haar gedachten, maar niet van de andere personages uit het verhaal.
De ik-verteller De verteller is de ik-figuur die meespeelt in het verhaal. Jij als lezer ziet alles door zijn/haar ogen en je weet wat de gevoelens en gedachten zijn. Van de andere personages weet je alleen wat de ik-figuur vertelt.
De alwetende- verteller De verteller speelt geen rol in het verhaal, maar hij weet alles van de personages (zien, denken, horen, voelen, heden, verleden, toekomst) . Hij vertelt over de personages in de hij/zij-vorm.
Perspectieven
Slide 5 - Tekstslide
Taalsteun: vooroordelen
Luister nog een keer naar deze scene.
Daarna ga je de gedachten van Maud, Thomas en de hamster in die situatie opschrijven.
Gebruik hiervoor onderstaande kolom.
Hammie scène
Maud
Ik hoor geschuivel
Thomas? Wat doet hij hier?
Arme Thomas, ik voel me schuldig over zijn hamster.
Thomas
Hammie
Slide 6 - Tekstslide
Taalsteun: vooroordelen
De hij/zij verteller
Opdracht 2: perspectieven
De ik-verteller
De alwetende verteller
Slide 7 - Tekstslide
Bespreken: wat verstaan we onder uitelijk, gedrag en gedachten?
Oefenen: Karakteriseer jezelf:
Schrijf uit elke categorie minstens één kenmerk op.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Je gaat de scène herschrijven vanuit het perspectief van Thomas of Hammie. Gebruik daarbij de huiswerkopdracht die je hebt gemaakt.
Inleveren: een worddocument met daarin:
a) De tabel met de gedachten van Maud, Hammie en Thomas.