T12 breuken, kommagetallen en procenten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Kommagetallen komen we tegen bij:

procenten komen we tegen bij:

breuken gebruiken we bij:

100% is alles             1 hele

50% is de helft   ........     

25% is een kwart  ......

10% is .......

​2​​1​​

​4​​1​​

​10​​1​​

Hoeveel in procenten?

1. 75%
2. 25%
3. 40%
4. 4%

1 hele blijft 1    achter de komma mogen zoveel nullen staan als jij nodig hebt.

1,000 is 1 hele

1,00 is 1 hele

1,0 is 1 hele

0,50 is een halve  

0,5 is hetzelfde ook een halve.

0,25 is een kwart ofwel .....

​4​​1​​

Welk kommagetal?

1. 0,80
2. 0,40
3. 0,30
4. 0,75

welke breuk?

1. ​1​​3​​
2. ​3​​3​​
3. ​4​​1​​
4. ​3​​1​​

Welk kommagetal?

1. 0,125
2. 1,250
3. 12,5
4. 0,250

cijfers achter de komma

> 5 of hoger dan 5  dan gaat het getal omhoog

< lager dan 5 dan gaat het getal niet omhoog

afronden op 1 cijfer achter de komma?
1,18

1. 1,2
2. 1,1
3. 1,19
4. 1,0

Uitleg:

1,18  moet 1 cijfer achter de komma worden. 

Het laatste cijfer is een 8 dat is hoger dan 5.

Daarom wordt het getal 1,18 het getal 1,2.

afronden op 2 cijfers achter de komma
1,194

1. 1,20
2. 1,19
3. 1,21
4. 1,18

rond af naar één rond getal
0,965

1. 0,97
2. 1
3. 0,96
4. 0

wat is het opvolgende getal?
0,399

1. 1,400
2. 0,400
3. 0,4
4. 0,390

Je ziet een 25% kaart in een winkel hangen. Waar denk jij aan?

1. de prijs
2. korting
3. de tijd
4. de afstand

We gaan door met %

Gebruik altijd een verhoudingstabel!

Start met 10%, nog een kommaverschuiving en je hebt 1%.

15 euro	1,50	0,15
100%	10%	1%

10% van 14 euro is?

50% van 120 euro is?

1% van 30 euro?

25,50 is 50% wat is 100%?

Maak een verhoudingstabel met de gegevens. Vul aan:

10%			100%
8			?

Welke breuk?
0,50

Welke breuk?
0,25

Welke breuk?
0,1