Socialezekerheidsrecht OP4 les 4

Socialezekerheidsrecht 
OP4 
Les 4
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SociaalzekerheidsrechtMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Socialezekerheidsrecht 
OP4 
Les 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
IOW / IOAW / IOAZ
Herhaling Zw/WIA/WAZo

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke bladzijde in DKG vind je de IOW?
A
Blz. 188
B
Blz. 191
C
Blz. 195

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat regelt de IOW?

Slide 4 - Open vraag

Deze wet geeft oudere werklozen recht op een vervolguitkering na afloop van de WW-uitkering tot aan hun pensioen
IOW = vervolguitkering
- Werknemer van min 60 jaar en 4 maanden oud
- Werkloos voor 1 januari 2024
- Recht op meer dan 3 maanden ww-uitkering
- Tot AOW-leeftijd/pensioen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat regelt de IOAW?

Slide 6 - Open vraag

Een regeling die oudere werkloze werknemers na hun WW-uitkering of WGA-uitkering een inkomensgarantie biedt
Wat is de minimale leeftijd om in aanmerking te komen voor een IOAW-uitkering?
A
50
B
60
C
66

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoog is de IOAW-uitkering voor een werkloze werknemer en de echtgenoot?
A
€ 1.756,20
B
€ 1.495,33
C
€ 1.605,70

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitvoeringsinstantie is verantwoordelijk voor de IOW?
A
UWV
B
Gemeente
C
SVB

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een verschil tussen de IOAW en IOAZ?

Slide 10 - Open vraag

- leeftijd
- IOAW geen vermogenstoets / IOAZ wel blz. 196
- als partner eigen bedrijf of zelfstandig beroep gaat uitoefenen, dan verliest de werknemer het recht op een IOAZ-uitkering blz. 196 onderaan
Waar kun je een IOAZ-uitkering aanvragen?

Slide 11 - Open vraag

Gemeente, blz. 197
Wie vraagt de uitkering van een IOAW aan?

Slide 12 - Open vraag

De werkloze werknemer samen met zijn eventuele partner, bij UWV
Herhaling

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 voorwaarden waar iemand aan moet voldoen om in aanmerking te komen voor een ZW-uitkering:

Slide 14 - Open vraag

1. Zieke werknemer
2. die door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling zijn werk niet meer kan doen
3. en geen werkgever meer heeft die loon moet doorbetalen
Een stagiaire zonder stagevergoeding is verzekerd voor de Ziektewet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een werknemer die kortdurend zorgverlof heeft opgevraagd heeft recht op een ziektewetuitkering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de maximumduur van de ziektewetuitkering?

Slide 17 - Open vraag

104 weken
Wanneer vraag je uiterlijk de WIA-uitkering aan?
A
Na 104 weken
B
52 weken voor einde van de wachttijd
C
11 weken voor einde van de wachttijd

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoog is de ziektewetuitkering?
A
minimaal € 1.308,56
B
70% van het dagloon
C
100% doorbetaald

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke instantie is belast met de uitvoering van de Zw?
A
SVB
B
UWV
C
Gemeente

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen de Zw en WIA?

Slide 21 - Open vraag

- eerst 104 weken ziek zijn
- ao min 35% 
- werken naar arbeidsvermogen
Waar heb je recht op wanneer je 80% duurzaam arbeidsongeschikt bent?
A
Zw
B
WGA
C
IVA
D
Bijstand

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar heb je recht op wanneer je 55% arbeidsongeschikt bent?
A
Zw
B
WGA
C
WIA
D
IVA

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een loongerelateerde uitkering en een loonaanvullingsuitkering?

Slide 24 - Open vraag

Indien voldaan aan referte-eis dan recht op loongerelateerde uitkering. Maximale tijd doorlopen, dan eventueel recht op loonaanvullingsuitkering. 
Hoe hoog is de IVA-uitkering?
A
1e twee maanden 75%, vanaf 3e maand 70%
B
Afhankelijk van percentage arbeidsongeschiktheid
C
75% van het maandloon

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de duur van de Loongerelateerde WGA-uitkering?

Slide 26 - Open vraag

Maximaal 24 maanden, afhankelijk van het arbeidsverleden
Hoe meer arbeidsongeschikt, hoe hoger de resterende verdiencapaciteit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Juist niet. Minder arbeidsgeschikt, betekent dat je minder in staat bent om te kunnen werken/verdienen,  blz. 63
Hoe hoog is de vervolguitkering bij 55% arbeidsongeschiktheid?
A
28%
B
35%
C
42%

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor dient de WAZO?

Slide 29 - Open vraag

Werknemers hebben recht op zorgverlof in specifieke gevallen
Een zwangere werkneemster is op 1 augustus uitgerekend.
Wanneer gaat uiterlijk haar verlof in?
A
20 juni
B
4 juli

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de bevalling bestaat recht op loondoorbetaling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

100% van het dagloon, blz. 229
Vader wil ook thuis zijn om samen te zorgen voor de pasgeboren baby.
Hoelang mag hij in totaal verlof opnemen?
A
1 werkweek
B
4 weken
C
5 weken
D
6 weken

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je overbuurvrouw is hulpbehoevend. Je doet al een jaar haar wekelijkse boodschappen, want je gaat toch iedere week voor jezelf.
Kun je langdurend zorgverlof opnemen?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies