25. Ik kan het verschil tussen mitose (kerndeling) en meiose (reductiedeling) benoemen
26. Ik kan (met behulp van binas 76B2 en 76B3) de stappen van de meiose I en II herkennen en uitleggen
Chromosomen, karyogram, lichaamscellen, diploid (2n), geslachtscellen, haploid (n), zygote, meiose, reductiedeling, meiose I, chromosoomparen, meiose II, chromatiden