Microniveau betekent dat je woorden als: moleculen, atomen, waterstofbruggen, electronen, protonen etc. in je antwoord moet hebben staan!
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Let op vraag 6:
Dit moet je weten. Met broomwater (bruin van kleur) kun je dubbele bindingen aantonen. Het broomwater ontkleurt omdat het broom wordt geaddeerd aan de 2 koolstof atomen waartussen de dubbele binding zit.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Het antwoord op vraag 10 klopt niet, daar moet pro staan ipv ser. Het antwoord op vraag 11 moet kloppen met het antwoord op vraag 10 voor de volledige punten (ongeacht goed of fout in vraag 10). De meeste toetsen zijn nagekeken door meneer Eleveld, check hier dus even goed op!
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Let op vraag 14 is standaard! Vraag 15 is de moeilijkste vraag uit deze toets en is de belangrijkste inzicht vraag. Het is in dit geval wel vrij lastige wiskunde ipv echt scheikunde inzicht.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Let op vraag 17 is standaard.
Weet dat een enzym een biokatalysator is (wordt gebruikt en niet verbruikt).
Weet dat een enzym volgens sleutel-slot model werkt.