positiefmetaal- of amoniumion gebonden aan enkelvoudig of samengesteld negatiefion
geleiden stroom in opgeloste of gesmolten toestand
vast bij kamertemperatuur
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Zouten
positiefmetaal- of amoniumion gebonden aan enkelvoudig of samengesteld negatiefion
geleiden stroom in opgeloste of gesmolten toestand
vast bij kamertemperatuur
Slide 1 - Tekstslide
wat weet je al van Zouten?
Slide 2 - Woordweb
Wat is een zout?
A
zout bestaat uit atomen?
B
zout bestaat uit ionen?
C
zout bestaat uit moleculen?
D
zout bestaat uit kernen?
Slide 3 - Quizvraag
zouten hebben een kristalstructuur
Slide 4 - Tekstslide
Zeven samengestelde ionen
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat gebeurt er op microniveau bij het oplossen van een zout?
A
de ionen gaan harder trillen
B
de ionen laten elkaar los en gaan vrij bewegen
C
de ionen gaan in een rooster zitten
D
de zoutkorrels verdwijnen
Slide 7 - Quizvraag
Factoren
• conc ionen in de bodem • oppervlak wortels • geadsorbeerde ionen • pH vd bodem oplossing • Lage pH, zuurder, nadelig voor groei plant
Slide 8 - Tekstslide
Zet de juiste zoutnamen bij de verhoudingsformules.
Na2SO3
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
timer
2:00
natriumsulfaat
natriumsulfiet
koper(II)fosfaat
koper(IV)fosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat
Slide 9 - Sleepvraag
Schrijf de juiste verhoudingsformule op van uraan(VI)waterstofcarbonaat.
timer
2:00
Slide 10 - Open vraag
Schrijf de oplosvergelijking op magnesiumnitraat.
Slide 11 - Open vraag
Ionen
A
Geladen moleculen
B
moleculen
C
Atomen
D
Geladen Atomen
Slide 12 - Quizvraag
Een ion...
... is een geladen atoom
... heeft een oneven aantal protonen (+) en electronen (-)
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de formule van Sulfiet
A
S 2-
B
(SO3) 2-
C
(SO4) 2-
Slide 14 - Quizvraag
Nitraat is
A
N 3-
B
(NO2) -
C
(NO3) -
Slide 15 - Quizvraag
Goud(I)ion is
A
Au +
B
Au 3+
C
Au -
Slide 16 - Quizvraag
Ammoniumion is
A
Am +
B
NH3
C
(NH4) +
Slide 17 - Quizvraag
De verhoudingsformule van Na+ en (SO4)2- is
A
Na(SO4)2
B
Na2(SO4)2
C
Na2(SO4)
D
Na(SO4)
Slide 18 - Quizvraag
Wat heb je tot nu toe geleerd?
Deel de volgende stoffen in bij de juiste groep.
TIP: uit welke atomen is de stof opgebouwd?
METALEN
ZOUTEN
MOLECULAIRE STOFFEN
water
natriumjodide
koperoxide
calcium
koolstof
methaan
goud
kaliumfluoride
kwik
Slide 19 - Sleepvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Electrolyse v/e zout oplossing
Slide 26 - Tekstslide
Oplossen van een zout
Slide 27 - Tekstslide
Oplossen van een zout
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Oplosbaarheid zouten
alle zouten met als positief ion kalium, natrium en ammonium zijn altijd goed oplosbaar
alle zouten met als neg. ion een nitraat zijn goed oplosbaar
Slide 30 - Tekstslide
verschillende zoutoplossingen hebben kenmerkende kleuren
Slide 31 - Tekstslide
Indampen van een zout
Slide 32 - Tekstslide
Uit je hoofd leren!!
Slide 33 - Tekstslide
Een zout maken
Slide 34 - Tekstslide
zouten maken
maak een tabel met de aanwezige ionen
positieve ionen vertikaal
neg ionen horizontaal
kijk in binas tabel 35 welke combinatie een niet oplosbaar zout vormt--> dat is de gevormde stof dus deze vormt neerslag en kun je eruit filtreren
Slide 35 - Tekstslide
reactievergelijking van neerslagreactie
noteer in een tabel de aanwezige ionen voor de reactie in kolom 1
de gevormde stof en de tribune ionen(=ionen die niet meedoen aan reactie en dus achterblijven in oplossing)
Slide 36 - Tekstslide
soms ontstaat er geen nieuw zout
als je in je gemaakte oplosbaarheidstabel geen enkele vaste stof ziet verschijnen, dan is er dus geen reactie geweest en kun je dus ook geen reactieschema maken