Sluit je ogen. Focus je laserstraal van aandacht op een plek in je lichaam waar je je adem voelt. Bijvoorbeeld op je buik, je borst of de luchtstroom die je door je neus voelt gaan. Je kunt je hand op je buik of borst leggen om te voelen hoe die op en neer gaat door je ademhaling. Wees nieuwsgierig naar wat je ervaart. Er is geen foute manier van ademen. Dus je hoeft niet te veel je best te doen door bijvoorbeeld dieper of langzamer te ademen. Tel je uitademingen: begin bij tien en tel terug naar één. Daarna begin je weer bij tien. Als je merkt dat je hoofd gaat tijdreizen naar de toekomst of het verleden, mag je trots zijn op jezelf, omdat je dat hebt opgemerkt. Breng dan je aandacht weer rustig terug naar je ademhaling.