Balanceren: fietsen, karren, steppen, glijden op glijbaan, acrobatiek, kloslopen, stellopen, stepping stones
Klimmen: klimmen op het klimrek, boom klimmen, touwladders, klimtouw ,klimtoren
Zwaaien: schommelen, kabelbaan, rekstok zwaaien, autoband zwaaien
Over de kop gaan: duikelen duikelstang, voorover achterover, knien hang
Springen: touwtje springen, bokje springen, verspringen, hinkelen, zaklopen, skippybal
Mikken: mikken, raken en doelen op allerlei materialen, knikkeren, ringwerpen, kegelen
Jongleren: kaatseballen, ballon hooghouden, overgooien, jongleer doekjes, scoop
Doelspelen: Keeperspelen, lummelspelen, voetbalspelen
Tikspelen: tikspelen, afgooispelen, verstoppertje, boompje verwisselen, agent en boef
Stoeispelen: bal afpakken, touwtrekken
Bewegen op Muziek: stopdans, hoepeldans, stappen op muziek