Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
woordenschat opdracht 3 t/m 5
Wat is de metafoor in alinea 1?
1 / 27
volgende
Slide 1:
Open vraag
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is de metafoor in alinea 1?
Slide 1 - Open vraag
Een vaste uitdrukking is een vorm van een metafoor.
Slide 2 - Tekstslide
Welke personificatie staat er in alinea 3?
Slide 3 - Open vraag
Welke personificatie staat er in alinea 6?
Slide 4 - Open vraag
Bij een personificatie krijgt een niet-menselijk iets menselijke eigenschappen.
Hersenen kunnen niet praten, dus ook niet vertellen.
Bitter en zuur kunnen ook niet praten, dus ook niet waarschuwen.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de metoniem in alinea 4?
Slide 6 - Open vraag
Met de fles smaakt wordt de inhoud van de fles bedoeld.
Je noemt dus het voorwerp, maar je bedoelt de inhoud.
Slide 7 - Tekstslide
Antwoorden opdracht 4
1 a (een) dode hoek
b (een) gezonde maaltijd
c groene stroom
d (een) lopend buffet
e (een) luie stoel
f (een) sociale huurwoning
g (een) staande receptie
h (een) verstandige beslissing
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
welk woord vul je in op 1?
A
falende
B
schrikbarend
C
spraakmakende
D
uiteenlopende
Slide 10 - Quizvraag
welk woord vul je in op 2?
A
etablissement
B
keurmeester
C
kiemgetallen
D
misstanden
Slide 11 - Quizvraag
welk woord vul je in op 3?
A
falende
B
geldende
C
spraakmakende
D
uiteenlopende
Slide 12 - Quizvraag
welk woord vul je in op 4?
A
etablissement
B
keurmeester
C
misstanden
D
toko's
Slide 13 - Quizvraag
welk woord vul je in op 5?
A
kiemgetallen
B
misstanden
C
toko's
Slide 14 - Quizvraag
welk woord vul je in op 6?
A
confronteert
B
liegen er niet om
C
neemt de proef op de som
Slide 15 - Quizvraag
welk woord vul je in op 7?
A
gewapend met
B
met lede ogen
C
onder de maat
D
schrikbarend
Slide 16 - Quizvraag
welk woord vul je in op 8?
A
gewapend met
B
met lede ogen
C
onder de maat
D
spraakmakend
Slide 17 - Quizvraag
welk woord vul je in op 9?
A
confronteert
B
liegen er niet om
C
neemt de proef op de som
Slide 18 - Quizvraag
welk woord vul je in op 10?
A
kiemgetallen
B
misstanden
C
toko's
Slide 19 - Quizvraag
welk woord vul je in op 11?
A
confronteert
B
liegen er niet om
C
neemt de proef op de som
Slide 20 - Quizvraag
welk woord vul je in op 12?
A
kiemgetallen
B
misstanden
C
toko's
Slide 21 - Quizvraag
welk woord vul je in op 13?
A
falende
B
geldende
C
schrikbarend
D
uiteenlopende
Slide 22 - Quizvraag
welk woord vul je in op 14?
A
geldende
B
gewapend met
C
onder de maat
D
uiteenlopende
Slide 23 - Quizvraag
welk woord vul je in op 15?
A
falende
B
geldende
C
spraakmakende
D
uiteenlopende
Slide 24 - Quizvraag
welk woord vul je in op 16?
A
falende
B
geldende
C
spraakmakende
D
uiteenlopende
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Huiswerk voor donderdag
Maken de startopdracht van woordenschat H4, blz 126
Mocht je digitaal kunnen werken: maken opdracht 8 van H3. Deze kan alleen digitaal.
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Havo 3 - Woordenschat (herhaling beeldspraak klas 2 + H3)
April 2020
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woordenschat hoofdstuk 2 A2 toetsweek 4
Juni 2023
- Les met
29 slides
2a Woordenschat H2: beeldspraak - metonymie
Maart 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Woordenschat Stijlfiguren
Mei 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Beeldspraak - vergelijking, metafoor, personificatie
April 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Oefentoets woordenschat h1 h2 h3
Maart 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
VWO 2 - Woordenschat beeldspraak h1 + h2
Maart 2022
- Les met
51 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H.1 en H.2 Woordenschat - Metafoor, personificatie, vergelijking, metoniem
November 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2