Herhaling §2.5

Herhaling §2.5 vallen
  1. Herhaling rekenen aan bewegingen
  2. Maken opgave katapult
  3.  Bespreken opgave katapult
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling §2.5 vallen
  1. Herhaling rekenen aan bewegingen
  2. Maken opgave katapult
  3.  Bespreken opgave katapult

Slide 1 - Tekstslide



De formules








Bij een eenparige versnelling:
vgem=ts
vgem=2vbegin+veind
a=ΔtΔv
Fnetto=ma

Slide 2 - Tekstslide

Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h in
4,2 seconden.
Bereken de versnelling van de auto.
A
3,6 m/s²
B
13 m/s²
C
36 m/s²
D
2,3*10² m/s²

Slide 3 - Quizvraag

Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h en legt tijdens deze versnelling 105 meter af.
De versnelling van de auto is ... m/s²

Slide 4 - Open vraag


Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h en legt tijdens deze versnelling 105 meter af. 
De versnelling van de auto
is ... m/s²
  • Δv = 54 km/h = 15 m/s 
  • v_gem = (36 + 90) / 2 = 63 km/h
                     = 17,5 m/s
  • s = 105 m 

  • a = Δv / Δt 
  •                          s = v_gem * t 
                               t = s / v_gem 
                                  = 105 / 17,5 
                                  = 6,0 s
  • a = 15 / 6 = 2,5 m/s² 

Slide 5 - Tekstslide

Versneld, vertraagd of eenparig
Versneld
Vertraagd
eenparig

Slide 6 - Sleepvraag

Je gooit een bal recht omhoog. Op het hoogte punt...
A
zijn de snelheid en de versnelling nul.
B
is de versnelling van de bal niet nul, maar de snelheid wel.
C
is de snelheid van de bal niet nul, maar de versnelling wel.
D
zijn de snelheid en de versnelling van de bal niet nul.

Slide 7 - Quizvraag

Vrije val

Hoeveel meter legt een parachutist af in de eerste
10s?
Wat is zijn snelheid op dat moment?
  • a = 9,81 m/s²
  • s = v_gem * t 
  •                              a = Δv/ Δt 
                                  Δv = a * t   
                                  v_gem = 0,5 * a * t   
  • s = 0,5 * a * t * t
  •     = 0,5 * 9,81 * 10 * 10 = 4,9*10² m 

  • Δv = a * t   = 9,81 * 10 = 98,1 m/s
     

Slide 8 - Tekstslide

Katapult
Met een katapult schiet je een steen met een snelheid
van 20 m/s recht omhoog. De katapult bevindt zich op
een hoogte van 1,60 m boven de grond als de steen de
katapult verlaat.
Verwaarloos in deze opgave de luchtwrijving. 
  1. Hoe hoog bevindt het hoogste punt zich boven de grond?
  2. Met welke snelheid komt de steen op de grond terecht?

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Katapult

v_begin = 20 m/s 
h_begin = 1,60 m 
a = 9,81 m/s²

Hoe hoog bevindt het hoogste punt zich boven de grond?
  • s = v_gem * t

  •               a =  Δv/Δt 
  •               9,81 = 20 / Δt 
  •               Δt  = 20 / 9,81 = 2,04 s

  • s = v_gem * t  = 10 * 2,04 = 20,4 m
  • h = 20,4 + 1,6 = 22 m

  • Het hoogste punt bevindt zich
    22 meter boven de grond.
Tip
Bereken eerst na hoeveel seconden de steen het hoogste punt bereikt.

Slide 10 - Tekstslide

Katapult

Met welke snelheid komt de steen op de grond terecht?

v_begin = 0 m/s
a = 9,81 m/s²
s = 22 m
  • a = Δv / Δt 
  •  9,81 = Δv / Δt 
  •                             s = v_gem * t 
                                  t = s / v_gem 
                                  t = s / 0,5 Δv
  • 9,81 = Δ v / (s / 0,5Δv)
  • 9,81 = 0,5 * Δv² / s
  • 9,81 = 0,5 * Δv² / 22 
  • 215,82 = 0,5 * Δv²
  • 431,64 = Δv² 
  • Δ v = 20,78 
  • Met een snelheid van 21 m/s

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 91 (pagina 87)
Of op een andere manier voorbereiden op de toets.

Slide 12 - Tekstslide

Een parachutespringer opent zijn parachute waardoor zijn snelheid
160 km/h afneemt. Zijn vertraging tijdens de sprong was gelijk aan 22 m/s². Tijdens deze vertraging heeft de springer 50 m afgelegd. Bereken de snelheid op het moment dat de parachutespringer zijn parachute opende.

Δv = 160 km/h = 44,44 m/s
a = 22 m/s² 
s = 50 m
v_begin = ?
  • a = Δv / Δt
    22 = 44,44 / Δt
    t = 44,44 / 22= 2,02 s

  • s = v_gem * t 
    50 = v_gem * 2,02
    v_gem = 50 / 2,02 = 24,75 m/s

  • v_begin = 24,75 + 22,22 = 47 m/s

Slide 13 - Tekstslide