5.3 woorden

lege les
woorden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

lege les
woorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les
in deze les leer je:

* 30 nieuwe woorden
* verschil tussen spreekwoorden/uitdrukkingen
* betekenis van spreekwoorden/uitdrukkingen kunt vinden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les
woordenlijst

maken opdr 2:

betekenis afdekken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les
tekst 1 ,tekst 2 en tekst 3

maken opdracht 4,5,6,7 en 8



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les
spreekwoorden


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les
theorie
Wat is het verschil tussen een spreekwoord en een gezegde?
Je hebt net gezien dat spreekwoorden altijd exact hetzelfde blijven. Dat geldt niet voor al het figuurlijke taalgebruik. Gezegden zijn veel korter dan een spreekwoord en kun je in een zin gebruiken. Die zin kun je zoveel aanpassen als je wilt.


Een paar voorbeelden van gezegden:


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les
op z’n dooie akkertje (op zijn gemakje)
appeltje-eitje (makkelijk)
Zoals je in de voorbeelden ziet, bevatten gezegden nooit een werkwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les
Figuurlijke uitspraken die wél een werkwoord bevatten en die je nog in een zin moet plaatsen, heten zegswijze

Ook daar geven we je wat voorbeelden van:
de hond in de pot vinden (te laat komen voor het eten, waardoor het al op is)
de benen nemen (ervandoor g

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 10 - Tekstslide

verwacht dat een ander direct actie onderneemt. Meestal gaat het om een betaling
lege les

Slide 11 - Tekstslide

iemand die niet erg handig is; iemand die niet goed is in praktische klussen.
lege les

Slide 12 - Tekstslide

dat je beter blij kunt zijn met wat je hebt, dan dat je risico's neemt voor meer en uiteindelijk met helemaal niets eindigt
lege les

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 14 - Tekstslide

 Dat is hem fataal geworden
lege les
maken opdr 12, 13

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lege les

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies