Nederlands hfd 5, spelling Mv 31 maart

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands hoofdstuk 5,
les Spelling meervouden op -s
In deze les leer je: 
Over meervouden die eindigen op een "s"
*Je leest eerst de instructie;
*Je krijgt een aantal vragen om te kijken
of je het begrijpt
* Je gaat zelfstandig oefenen.

Slide 2 - Tekstslide

Meervoud op -s
Bij veel woorden maak je het meervoud door -s achter het woord te zetten. Bekijk de  voorbeelden: 

enkelvoud            meervoud
een kamer            twee kamers
een bushalte       twee bushaltes
een bureau           twee bureaus

Zo maak je een meervoud op -s
Je zet -s achter het woord:
spelletje – spelletjes, emotie – emoties.

Er zijn ook uitzonderingen
kijk op de volgende dia

Slide 3 - Tekstslide

uitzondering 
meervouden met een "s"
Meestal moet de -s aan het woord vast. Maar als je het woord daardoor verkeerd uitspreekt, moet je een apostrof () voor de
   -s schrijven: 
kassa – kassa’s,
echo – echo’s,
menu – menu’s,
hobby – hobby’s.
Gebruik een woordenboek of woordenlijst als je niet weet of de -s aan het woord vast moet.

Slide 4 - Tekstslide

Je hebt de theorie gelezen op de volgende dia staat een video

Kijk en luister vooral naar de uitleg over meervouden eindigend op een s of 's

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Je hebt nu de theorie kunnen lezen en horen dus:
Zelfstandig werken:
In je werkboekje, in Magister, ga je de opdrachten 1 tm 7 maken

Slide 7 - Tekstslide

wat is het meervoud van
een tafel
A
twee tafels
B
twee tafelen

Slide 8 - Quizvraag

wat is het meervoud van
Kassa
A
kassaas
B
kassa's

Slide 9 - Quizvraag

wat is het meervoud van
spelletje
A
spellen
B
spelletjes

Slide 10 - Quizvraag

Je les is af!
laat zien waar je trots op bent

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide