25 maart: Vervolg cursus lezen 1.4 feit, mening en argument + herhalen spelling

25 maart: Vervolg cursus lezen 1.4 feit, mening en argument + herhalen spelling
Havo 2 periode 4 
week 27 1e les: 25 maart 
2e les (27 maart): VERLOF i.v.m. HUWELIJKSJUBILEM

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

25 maart: Vervolg cursus lezen 1.4 feit, mening en argument + herhalen spelling
Havo 2 periode 4 
week 27 1e les: 25 maart 
2e les (27 maart): VERLOF i.v.m. HUWELIJKSJUBILEM

Slide 1 - Tekstslide

Welkom H2a
plattegrond: 

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Samenleesboek 
Opdracht (3) : Vertel in je groepje over het fragment dat je deed denken aan je eigen leven. 
  • Je leest t/m blz.186 voor volgende week donderdag 3/4. Je leest niet verder dan blz. 186. 

  • Opdracht (4) donderdag 3 april : Post-it bij een fragment waar je een mening over de actie van een personage heb. Geef ook minstens 1 argument erbij.


timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Planning
Lezen
Startopdracht
Vervolg 1.4 feit, mening en argument
~pauze~
Zelfstandig werken 
Afsluiting: huiswerk in agenda


Slide 4 - Tekstslide

Welkom H2b 
plattegrond: 

timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Planning
Lezen
Oefentoets spelling
~pauze~
Oefen online met 7.1 t/m 7.6 
Afsluiting


timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Planning
Lezen
Startopdracht
Vervolg 1.4 feit, mening en argument
~pauze~
Zelfstandig werken 
Afsluiting: huiswerk in agenda


timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Startopdracht
Lees het gedicht 'Cool'

Lees je het in het Nederlands of ook in het Engels? 
Probeer het eens allebei.  
Ken je deze plek? 
#straatpoëzie 
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Startopdracht
Dichter: Jules Deelder

Locatie: Rochussenstraat 259, 3021 Rotterdam, Nederland
Relatie met locatie: Het gedicht gaat over Coolhaven,  Hangt in Metrostation Coolhaven Rotterdam.



Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk check✓ Opdracht 2 blz. 26
1 Vooral de eerste zin en de voorlaatste (omdat daar een naam en een datum genoemd worden), maar je kunt in principe alle zinnen markeren, want elke zin bevat een controleerbaar feit. 
2 • Ibrahim Y.: Ik vond het fantastisch! Goed gespeeld en je zit helemaal in het verhaal. Zeker een aanrader!
• Anja de Beer: Wat een prachtige voorstelling! Geweldige muziek, fantastische spelers en een indrukwekkend verhaal. Ben voor de derde keer geweest, nu met mijn kinderen. Ook voor hen een zeer bijzondere ervaring en een erg goede les [hierbij is geen argument] 
• Jeff Fireball: Best grappig dat draaiende deel voor de decorwisselingen [hierbij is geen argument], maar het geluid is waardeloos, want de muziek staat zó gruwelijk HARD dat er werkelijk niks van de tekst te verstaan is zodra er meer dan twee mensen tegelijk zingen. 
    




Slide 10 - Tekstslide

Doel cursus 7 spelling





Je kunt de volgende spellingscategorieën goed spellen: 
  • Leenwoorden uit het Engels en Frans
  • Koppelteken en weglatingsstreepje
  • Tussenletters in samenstellingen
  • Aan elkaar of los?



Volgende week: SO 7.3 t/m 7.6  
leer theorie en oefen online

Slide 11 - Tekstslide

Doel cursus 1 lezen




1.4 Je leert feiten, meningen
en argumenten onderscheiden in een tekst.

Slide 12 - Tekstslide

1.4 Feit, mening en argument




Kijk naar het plaatje. 

Kan je een argument bedenken bij 
deze mening? 

Slide 13 - Tekstslide

Verder oefenen
Welk plaatje hoort bij feit ? Welke bij mening? En bij argument?
1
2
3

Slide 14 - Tekstslide

feit/mening/argument
  1. Noem een feit

Slide 15 - Tekstslide

feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening

Slide 16 - Tekstslide

feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is in de volgende zin het argument?

Ik heb een hekel aan de zomer, omdat het dan te heet is.

Slide 18 - Open vraag

Wat is in de volgende zin het standpunt?

Omdat mijn vader altijd zo lekker kookt, vind ik Pasen echt een leuke feestdag.

Slide 19 - Open vraag

Feit of mening?

Willem II is de beste club van Nederland.
A
Feit
B
Mening

Slide 20 - Quizvraag

Feit of mening?

In Tilburg wonen meer mensen dan in Den Bosch.
A
Feit
B
Mening

Slide 21 - Quizvraag

Wat is betrouwbaarder: een tekst met vooral feiten of vooral meningen?

Slide 22 - Open vraag

timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk
Maak opdracht 4 blz. 27/28
Beantwoord vraag 1, 2, 3, 6 en 7.
(is huiswerk voor 3 april)

 Oefen verder met spellingsopdrachten in 7.3 t/m 7.6. 
Daarna mag je verder lezen in je leesboek / "De jongen op de berg". 
timer
25:00

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Ik kan woorden bij de spellingscategorieën van 7.3 t/m 7.6 goed schrijven. 
  2. Ik weet wat feiten, meningen en argumenten zijn. I
  3. En ik kan deze onderscheiden in een tekst. 
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Volgende les 1 april
SO spelling 7.3 t/m 7.6*
 Huiswerk 3 april: 
Opdracht 4 blz. 27/28
Beantwoord vraag 1, 2, 3, 6 en 7.
Lezen voor 3 april: 
H2a:Je leest t/m blz.186. Post-it bij een fragment waar jij een mening + argument over de actie van een personage hebt. //
H2b: Eigen leesboek: min. 30 blz. 

voor in de agenda: 
Ik vind dat..., want......
1 april: SO spelling 7.3 t/m 7.6 
10 april: SO lezen 1.4 en 1.5 
* voldoende online oefenen levert punten op

Slide 26 - Tekstslide