Les 15 - Blok 3 Lezen: tekstverbanden

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Lesdoel: wat leren we vandaag?
- Herhaling blok 1 Fictie
- Uitleg blok 2 Fictie
- Zelfstandig werken/verlengde instructie 
- Antwoorden bespreken
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les...
✓ weet je wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn



Slide 3 - Tekstslide

Welke signaalwoorden lees je?
Ik heb een paar problemen. Ten eerste ben ik mijn boek vergeten. Daarnaast ben ik de sleutels van mijn fiets verloren. Ook heb ik zometeen een toets waarvoor ik niet heb geleerd.
Ik wil naar buiten, maar het regent hard. Toch wil ik even een rondje lopen. Dit integendeel tot mijn zusje: zij wilt graag thuis blijven. 

Slide 4 - Tekstslide

Tekstverband - signaalwoorden
Ik heb een paar problemen. Ten eerste ben ik mijn boek vergeten. Daarnaast ben ik de sleutels van mijn fiets verloren. Ook heb ik zometeen een toets waarvoor ik niet heb geleerd.
Ik wil naar buiten, maar het regent hard. Toch wil ik even een rondje lopen. Dit integendeel tot mijn zusje: zij wilt graag thuis blijven. 

Slide 5 - Tekstslide

Bij welk tekstverband horen deze signaalwoorden?
Ik heb een paar problemen. Ten eerste ben ik mijn boek vergeten. Daarnaast ben ik de sleutels van mijn fiets verloren. Ook heb ik zometeen een toets waarvoor ik niet heb geleerd.
Tekstverband = opsomming
Ik wil naar buiten, maar het regent hard. Toch wil ik even een rondje lopen. Dit integendeel tot mijn zusje: zij wilt graag thuis blijven. 
Tekstverband = tegenstelling

Slide 6 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverband
Signaalwoord
Voorbeeld
Opsomming
(meerdere zaken achter elkaar benoemen)
ten eerste, ook, bovendien, verder, daarnaast 
Hij gaat vanavond koken en ook de afwas doen
Tegenstelling
(twee zaken tegenover elkaar zetten)
maar, daarentegen, toch, echter, integendeel
Hij wilt naar de bioscoop, maar er draait geen leuke film

Slide 7 - Tekstslide

Tekstverband: voorbeeld
Welke signaalwoorden horen hierbij, denk je? Lees de onderstaande zinnen


Het meisje heeft veel hobby's, bijvoorbeeld tekenen en dansen.
De kinderen doen vandaag veel leuke activiteiten. Zo gaan ze zometeen naar de dierentuin en daarna ergens pannenkoeken eten. 
Op de middelbare school krijg je verschillenden vakken, zoals tekenen, wiskunde en Engels. 

Slide 8 - Tekstslide

Tekstverband: voorbeeld
Welke signaalwoorden horen hierbij, denk je? Lees de onderstaande zinnen


Het meisje heeft veel hobby's, bijvoorbeeld tekenen en dansen.
De kinderen doen vandaag veel leuke activiteiten. Zo gaan ze zometeen naar de dierentuin en daarna ergens pannenkoeken eten. 
Op de middelbare school krijg je verschillenden vakken, zoals tekenen, wiskunde en Engels. 

Slide 9 - Tekstslide

Tekstverband: reden
Welke signaalwoorden horen hierbij, denk je? Lees de onderstaande zinnen


Omdat het regent, blijf ik thuis
Vanmorgen gingen het zonnetje schijnen, daarom heb ik geen jas aan gedaan
Energydrankjes zijn niet goed voor je, want het veroorzaakt veel problemen

Slide 10 - Tekstslide

Tekstverband: reden
Welke signaalwoorden horen hierbij, denk je? Lees de onderstaande zinnen


Omdat het regent, blijf ik thuis
Vanmorgen gingen het zonnetje schijnen, daarom heb ik geen jas aan gedaan
Energydrankjes zijn niet goed voor je, want het veroorzaakt veel problemen

Slide 11 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverband
Signaalwoord
Voorbeeld
Opsomming
(meerdere zaken achter elkaar benoemen)
ten eerste, ook, bovendien, verder, daarnaast 
Hij gaat vanavond koken en ook de afwas doen
Tegenstelling
(twee zaken tegenover elkaar zetten)
maar, daarentegen, toch, echter, integendeel
Hij wilt naar de bioscoop, maar er draait geen leuke film
Voorbeeld
(voorbeelden benoemen)

bijvoorbeeld, een voorbeeld hiervan is, zo, zoals, ter illustratie 
Zij komen met leuke ideeën, zoals het organiseren van een feest
Reden 
(waarom iemand iets doet of waarom iets gebeurd)
omdat, want, daarom, immers 
Veel scholieren slaan het ontbijt over, omdat het te veel tijd kost
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het tekstverband tussen alinea 4 en 5?

4. Gezond eten op school is belangrijk! Het geeft ons energie om te leren en te presteren. We kunnen genieten van groenten, fruit en volkorenproducten. Op school leren we over gezonde voeding, dus het is logisch om het hier toe te passen.

5. Maar, waarom zouden we gezond eten op school moeten hebben? Snacks en frisdrank zijn lekkerder. Gezond eten kan saai zijn en we kunnen thuis gezond eten. Laat ons genieten van onze snacks op school zonder gedoe over gezond eten.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het tekstverband tussen alinea 4 en 5?
4. Gezond eten op school is belangrijk! Het geeft ons energie om te leren en te presteren. We kunnen genieten van groenten, fruit en volkorenproducten. Op school leren we over gezonde voeding, dus het is logisch om het hier toe te passen.

5. Maar, waarom zouden we gezond eten op school moeten hebben? Snacks en frisdrank zijn lekkerder. Gezond eten kan saai zijn en we kunnen thuis gezond eten. Laat ons genieten van onze snacks op school zonder gedoe over gezond eten.

Stap 1: De alinea's goed lezen en jezelf afvragen: waar gaat deze alinea over?
Stap 2: Vind het signaalwoord (meestal in de eerste zin van de tweede opgenoemde alinea)

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Blok 3 Lezen
Blz. 158
Opdr. 3
Hoe
Leesboek, laptop/schrift
Hulp
Zelfstandig of uitleg (bij mij)
Tijd
15 minuten
Klaar?
Nakijken
timer
25:00

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoel: behaald?
Aan het einde van de les...
weet je wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn



Slide 16 - Tekstslide