7.2 Sociale zekerheid

Sociale zekerheid
Mavo 3 economie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Sociale zekerheid
Mavo 3 economie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Leren wat sociale zekerheid is.
Leren waarom er sociale zekerheid is.
Leren welke soorten sociale uitkeringen er zijn.
Leren wie de sociale zekerheid betaalt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is er sociale zekerheid?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale zekerheid







Verzorgingsstaat
Sociaal minimum







Solidariteitsbeginsel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste begrippen in bij A B C D:
In ons land hoef je niet van de honger om te komen, want je hebt recht op het (A) zodat je in je noodzakelijke levensbehoeften kunt voorzien. Nederland is immers een (B) met een goede (C). Als het nodig is, kun je een (D) ontvangen.
A
A: sociale zekerheid B: uitkering C: sociale zekerheid D: verzorgingsstaat
B
A: sociaal minimum B: verzorgingsstaat C: uitkering D: sociale zekerheid
C
A: uikering B: verzorgingsstaat C: sociale zekerheid D: sociaal minimum
D
A: sociaal minimum B: verzorgingsstaat C: sociale zekerheid D: uitkering

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorgt de overheid ervoor dat onderwijs voor iedereen mogelijk is?
A
Je bent tot je achttiende leerplichtig
B
Er is altijd wel een school in de buurt waar je woont
C
Er is een apart ministerie van Onderwijs en Wetenschappen
D
Zolang je leerplicht hebt, is het onderwijs vrijwel gratis

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het sociaal minimum voor samenwonenden is €1.370 per maand. Voor alleenstaanden vanaf 21 jaar 70% daarvan. Lambert is 43 en woont alleen. Hij verdient het sociaal minimum. Zijn vaste lasten zijn per maand: huur: €440, energie: €115, verzekeringen: €124 en gemeente belasting: €43.
Hoeveel geld blijft er per week over voor andere uitgaven?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er blijft per week niet heel veel geld over. Noem nog twee uitgaven die Lambert kan hebben.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale verzekeringen



Werknemersverzekeringen




Volksverzekeringen



Sociale voorzieningen

Slide 9 - Tekstslide

Werknemersverzekeringen WW + WIA
Volksverzekeringen AOW + ANW

Sociale voorzieningen kinderbijslag en bijstand
Solidair?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale zekerheid
Sociale... 
betaald met...
Sociale... 
betaald met...
Bijvoorbeeld kinderbijslag en ...
Werknemersverzekeringen,
bv ... en ...
Volksverzekeringen,
bv ... en ...
verzekeringen
voorzieningen
WIA & WW
AOW & ANW
bijstand
sociale premies
belasting-opbrengsten

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik het artikel op de vorige slide!
Tom is alleenstaand. Hij werkt als 6 jaar bij een transportbedrijf en krijgt als loon €2.580 bruto per maand. Als het bedrijf failliet gaat, is Tom werkloos.
Bereken de twee WW-bedragen (eerste 2 maand, daarna) waar Tom recht op heeft.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de WW-periode heeft Tom nog steeds geen werk. Hij krijgt dan een bijstandsuitkering die in zijn geval 70% van het bruto minimumloon is. Het bruto minimumloon is €1.570 per maand.
Bereken de bruto maandelijkse bijstandsuitkering die Tom krijgt.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies