Twee speciale regels voor het schrijven van de bezitsvorm
1. Als het woord eindigt op een lange klinker of een y schrijf je -’s.
2. Als het woord eindigt op een s-klank, schrijf je alleen een apostrof.
Als je wil weten wat de klinkers zijn, dan kun je het beeld voor je zien dat je jezelf met een hamer op je hand slaat. Je zegt dan: ‘’Oei, au!’’. Hier zitten alle klinkers in: de a, e, i, o en u. Ook de IJ wordt gezien als klinker.