In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Bestellen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Voor welke van onderstaande artikelen zou een vaste bestelhoeveelheid voor de hand liggen?
A
luxe artikelen
B
eerste levensbehoefte (bijv. melk)
C
Kerstaankopen
D
vakantie inkopen
Slide 4 - Quizvraag
BQ bestelmethode
Vaste bestelgrootte op variabele tijdstippen:
Als je niet vastzit aan een bepaalde maximumvoorraad (producten in magazijn of in een ander schap opslaan).
Gebruik je vaak in supermarkten.
Voordeel:
Per artikelnummer te gebruiken
Eenvoudig, op elk moment kun je bestellen
Zo kun je voorraadniveau laag houden
Slide 5 - Tekstslide
BS bestelmethode
Variabele bestelgrootte op variabele tijdstippen:
Gebruik je als je gebonden bent aan een maximale voorraad (bijv. ivm beschikbare schap- of magazijnruimte of investering van geld)
Bijvoorbeeld:
grotere producten zoals witgoed
duurdere producten zoals elektronica
Slide 6 - Tekstslide
sQ bestelmethode
Vaste bestelgrootte op vaste tijdstippen:
Wanneer verkoop redelijk regelmatig is
Artikelen die wat langer op voorraad liggen (lage omzetsnelheid, hoge omzetduur)
Je gaat bijv. elke maand langs de stellingen of er nog voldoende op voorraad ligt
Bijvoorbeeld: fietsbel, zadel, achterlicht (in fietsenwinkel)
Slide 7 - Tekstslide
sS bestelmethode
Variabele bestelgrootte op vaste tijdstippen:
Als je niet boven een bepaald maximum voorraadniveau wilt komen (ivm bijv. schapruimte in de winkel)
Gebruik je als de bestelhoeveelheid groot is (bijv. omdat het goedkoper is om veel te gelijk te bestellen)
Voorbeelden: sommige houdbare producten in supermarkt, kantoorartikelen in een boekwinkel
Slide 8 - Tekstslide
Bestelpunt theorie
Meeste ondernemingen wachten niet met bestellen tot de voorraad 0 stuks is
Ze gaan bestellen als het aantal producten onder een aantal stuks komt (je hebt je minimumvoorraad bereikt). Dit noem je het bestelpunt.
Minimumvoorraad is de voorraad die nodig is om de levertijd tussen het bestelpunt en de afleveringen van de bestelling te overbruggen.
Zodra het minimum is bereikt is, ga je bestellen.
Je houdt een veiligheidsvoorraad aan om nee-verkoop te voorkomen.
Veiligheidsvoorraad is een voorraad die afwijkingen in de vraag kan opvangen als die vraag groter is dan verwacht.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Je hebt de volgende gegevens. De levertijd is 2 weken / de afzet is 3 stuks per week / de veiligheidsvoorraad is 4 stuks. Bereken het bestelpunt (berekening + antwoord invullen).
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Een sportwinkel is 6 dagen per week open. Deze sportwinkel verkoopt voetbalschoenen. De levertijd van de voetbalschoenen is 1 week. De winkel verkoopt 3 paar voetbalschoenen per dag. De veiligheidsvoorraad is 8. Bereken het bestelpunt (berekening + antwoord invullen).
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Bestelpunt bij vaste bestelmomenten (sQ of sS)
Wanneer je op vaste momenten bestelt, moet je rekening houden met het bestelinterval.
Bestelinterval is de tijd tussen twee momenten waarop je kunt bestellen.
Voorbeeld: als je één keer per twee weken een bestelling kunt plaatsen, dan is het bestelinterval twee weken. Je kan bijvoorbeeld elke 2e en 4e dinsdag van de maand bestellen.
Bestelpunt bij vaste bestelmomenten noem je signaalvoorraad.