Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
h2 2.4 en 2.5
H2 2.4 en 2.5
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Filosofie
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
22 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H2 2.4 en 2.5
Slide 1 - Tekstslide
Voorraadkosten: de 3 r's
R
uimtekosten
R
entekosten
R
isicokosten
Slide 2 - Tekstslide
Ruimtekosten
Alle kosten die je maakt om goederen op te slaan
Kosten van het gebouw, de inrichting, het intern transportmaterieel, personeelskosten en de kosten van gas licht en water.
Slide 3 - Tekstslide
Rentekosten
Rente over geleend geld bijv voor het financieren van de voorraad.
Ook als de voorraad gefinancierd is met eigen geld wil de ondernemer hier een vergoeding voor hebben.
De ondernemer wil verdienen op zijn investering en rekent een percentage dat in de kostprijs wordt opgenomen.
Slide 4 - Tekstslide
Risicokosten
De risico's die voorraden met zich meebrengen.
Producten kunnen over datum gaan of verouderen.
Bedrijven willen geen "nee" verkopen, maar een hoge voorraad brengt risico's met zich mee.
Slide 5 - Tekstslide
voorraadkosten
Formule voorraadkosten = voorraadkostenpercentage x gemiddelde inkoopwaarde van de voorraad
Formule voorraadkosten percentage = voorraadkosten/gemiddelde inkoopwaarde van de voorraad x 100%
Slide 6 - Tekstslide
Bestelkosten
Bestelkosten houden verband met het plaatsen van een bestelling. hiertoe behoren:
Slide 7 - Tekstslide
kosten van tekorten
Kosten van tekorten ontstaan als goederen buiten voorraad raken en je niet aan de vraag kan voldoen.
Dit kan leiden tot:
stilstand in productie, naleveringen of verlies van klanten.
Deze gevolgen zijn lastig te meten.
Slide 8 - Tekstslide
Bestellen of inkopen
Een bedrijf moet goederen inkopen en bestellen om de voorraad op peil te houden, verkopen en te produceren.
Inkopen gaat over het proces van leverancierskeuze, onderhandelen en maken van afspraken met leveranciers over de:
Hoeveelheid, technische specificaties, kwaliteit, levertijd, leveringscondities en prijs
Slide 9 - Tekstslide
Bestellen
Bij bestellen vul je de voorraad aan omdat die niet voldoende is.
Bestellen is het proces van afroepen van goederen op basis van de inkoopafspraken.
Slide 10 - Tekstslide
Bestelpunt of bestelniveau
Bestellen doe je op het moment dat de minimumvoorraad bereikt is.
Deze minimumvoorraad heb je nodig om de de levertijd te overbruggen.
Als het minimum wordt bereikt ga je bestellen, het bestelpunt of bestelniveau.
Slide 11 - Tekstslide
Formule voor de minimumvoorraad
minimumvoorraad = afzet gedurende de levertijd x servicegraad
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Bestelpunt met veiligheidsvoorraad
Vertraging in de levertijd kan opgevangen worden door een veiligheidsvoorraad aan te leggen.
Slide 14 - Tekstslide
Met variabel bestelmoment
Bestellen op elke mogelijk moment, de bestelgrootte staat vast.
Het bestelpunt wordt als volgt berekend:
bestelpunt= afzet gedurende de levertijd + veiligheidsvoorraad
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Met vast bestelmoment
Op vaste momenten kijken naar de hoeveelheid voorraad.
Is de voorraad beneden bestelniveau?
bestellen
Is de voorraad boven bestelniveau?
niet bestellen en wachten tot het volgende moment
Slide 17 - Tekstslide
Met vast bestelmoment
Wanneer je op een vast moment besteld moet je rekening houden met het bestelinterval
Het bestelinterval is de tijd tussen twee bestelmomenten.
Formule bestelpunt bij vast bestelmoment = afzet gedurende (levertijd + bestelinterval) + veiligheidsvoorraad
Slide 18 - Tekstslide
Met vast bestelmoment
In deze situatie varieert de bestelgrootte
het bestelpunt bij een systeem met vaste bestelmomenten noem je ook wel de signaalvoorraad.
Slide 19 - Tekstslide
Maximumvoorraad
De maximumvoorraad is het maximale voorraad niveau dat een bedrijf kan of wil aanhouden.
Een bedrijf gaat hier niet boven door hun voorraad en de bestelgrootte bij elkaar op te tellen.
Slide 20 - Tekstslide
Bestelhoeveelheid of bestelgrootte
De bestelhoeveelheid of bestelgrootte geeft aan hoeveel je per keer besteld. dit kan vast of variabel zijn.
Bestelhoeveelheid= afzet gedurende levertijd+ gewenste eindvoorraad - aanwezige voorraad
20 + 40 - 20 = 40
Slide 21 - Tekstslide
De bestelfrequentie
het aantal keer dat er besteld wordt of kan worden in een periode.
formule hiervoor: afzet per periode/bestelhoeveelheid
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Bestelpunt
Februari 2022
- Les met
19 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
20-21 / Goederenstroom H4 par. 4.6 en 4.7 (bestelpunt)
Februari 2021
- Les met
25 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
20-21 / Goederenstroom H4 par. 4.6 en 4.7 (bestelpunt)
December 2021
- Les met
26 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
Herhalingsles
Januari 2023
- Les met
24 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
H1 Bestellingen boek B
September 2022
- Les met
40 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
21-22 / Goederen par. 4.6 en 4.7
December 2021
- Les met
27 slides
Retail
MBO
Studiejaar 1
Logistiek H6 | Hoeveel artikelen houd ik op voorraad?
September 2022
- Les met
42 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Bestellen
December 2022
- Les met
10 slides
Logistiek rekenen
MBO
Studiejaar 1