In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Goederenstroom en voorraadbeheer
Klas 1hvsb
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Verkoopspecialist
Docent: mevrouw Jansen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Inhoud les
Uitleg par. 5.6 Bestelpunt
Aan de slag
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen en tevens examentermen par. 5.6:
Je leert welke bestelsystemen / bestelmethoden er zijn.
Je leert het onderscheid tussen vast en variabel in relatie tot bestelgrootte en bestelmoment.
Je leert wat bestelpunt is (begrip).
Je leert hoe je het bestelpunt moet berekenen.
Je leert wat de invloedsfactoren op het bestelpunt zijn.
Slide 5 - Tekstslide
Bestelpunt (par. 5.6)
Het is niet verstandig om te wachten met bestellen totdat de voorraad van een artikel nul is
Maar waar houd je allemaal rekening mee?
Je kunt gebruik maken van verschillende bestelmethoden
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Voor welke van onderstaande artikelen zou een vaste bestelhoeveelheid voor de hand liggen?
A
luxe artikelen
B
eerste levensbehoefte (bijv. melk)
C
Kerstaankopen
D
vakantie inkopen
Slide 8 - Quizvraag
Theorie bestelpunt
De meeste winkels wachten niet met bestellen tot de voorraad 0 stuks is
Ze gaan bestellen als het aantal producten onder een aantal stuks komt
Dit punt noem je hetbestelpunt
Slide 9 - Tekstslide
Veiligheidsvoorraad
Om nee-verkoop te voorkomen houd je meestal een veiligheidsvoorraad aan
Een veiligheidsvoorraad is een voorraad die afwijkingen in de vraag kan opvangen als die vraag groter is dan verwacht
Slide 10 - Tekstslide
Bestelpunt: de hoogte van de voorraad waarbij je moet gaan bestellen
Bestelpunt: de hoogte van de voorraad waarbij je moet gaan bestellen
Slide 11 - Tekstslide
Het bestelpunt is 9. Wat betekent dit?
A
Dat je elke keer 9 stuks van het artikel gaat bestellen
B
Dat je 9 keer gaat bestellen
C
Als de voorraad van het artikel nog 9 stuks is dan ga je weer bestellen
Slide 12 - Quizvraag
Let op:
Voor levertijd en afzet altijd dezelfde tijdseenheid (weken of dagen) nemen
Je kunt dus niet voor de afzet de tijd in dagen invullen en voor de levertijd de tijd in weken
Slide 13 - Tekstslide
Oefenopgave
Je hebt de volgende gegevens:
Levertijd is 2 weken
Afzet is 3 stuks per week
Veiligheidsvoorraad is 4 stuks
Vraag: wat is het bestelpunt?
Slide 14 - Tekstslide
Uitwerking
Bestelpunt = (levertijd x afzet) + veiligheidsvoorraad = (2 x 3) + 4 = 6 + 4 = 10 stuks
Zodra de voorraad 10 stuks is moet er een nieuwe bestelling worden geplaatst.
Hiermee kan de winkel de levertijd overbruggen en heeft de winkel een veiligheidsvoorraad voor ruim een week of voor een onverwachte extra vraag naar het artikel.
Slide 15 - Tekstslide
Nog een oefenopgave
Een sportwinkel verkoopt sportschoenen
De winkel is 6 dagen per week open
De levertijd van de sportschoenen is 1 week
Per dag worden 3 paar sportschoenen verkocht
De veiligheidsvoorraad is 8
Vraag: bereken het bestelpunt
Slide 16 - Tekstslide
Uitwerking oefenopgave
Bestelpunt = (levertijd x afzet) + veiligheidsvoorraad
Let op: levertijd en afzet moet in dezelfde tijdseenheid
Levertijd is 1 week
Afzet is 3 paar schoenen per dag. Deze moet je omrekenen naar afzet per week.
De winkel is 6 dagen per week open dus de winkel verkoopt 3 x 6 = 18 paar schoenen per week
Nu kun je de formule invullen: het bestelpunt is dan (1 x 18) + 8 = 18 + 8 = 26
Zodra de voorraad 26 paar schoenen is, moet er weer een nieuwe bestelling worden gedaan