1.5 Woorden les 3 mavo 2 27-09-2023

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek (nieuwe indeling).
  • Op je tafel ligt je leesboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







WE STARTEN MET LEZEN
timer
10:00
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek (nieuwe indeling).
  • Op je tafel ligt je leesboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







WE STARTEN MET LEZEN
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Fictieopdracht 

Een leerling leest voor uit het leesboek

  • Halve bladzijde
  • Voor de klas
  • Let op je stemvolume, stemvariatie en houding

Slide 2 - Tekstslide

Programma 
Wat gaan we doen?:

1. Verder met 1.5 woorden
2. Even herhalen
3. Oefenblad zinnen maken met 2 woorden uit de woordenlijst
4. Klassikaal oefening 10 (1.5 woorden)
5. Oefenen met de woorden uit de woordenlijst LessonUp
6. Nabespreken en huiswerk         




Slide 3 - Tekstslide

Vorige keer: betekenisvolle zinnen maken (met de woordenlijst)


Maak een betekenisvolle zin met het woord wijzigen

Hoe maak je ook alweer een betekenisvolle zin?




Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je betekenisvolle zinnen 

Een betekenisvolle zin maak je met een samengestelde zin:
Twee zinnen gescheiden door een komma. Eerste zin het woord, tweede zin de uitleg van de betekenis. Je mag het woord vervoegen.

Bijvoorbeeld: 
Woord = veel tijd in beslag nemen
Het huiswerk voor wiskunde neemt erg veel tijd in beslag, ik ben er al de hele week mee bezig.






Slide 5 - Tekstslide

Uitleg oefenblad

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht oefenblad
Wat?: maak het oefenblad met de woordenlijst (staat in Magister/Studiewijzers)

Hoe?: alleen, overleggen (op normale toon) mag

Hoe lang?: 8-10 minuten

Nabespreken: je krijgt willekeurig een beurt en vertelt je zin.
timer
8:00

Slide 7 - Tekstslide

Nabespreken oefenblad

Slide 8 - Tekstslide

1.5 Talent
 Klassikaal oefening 10 

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiten van de les en huiswerk

Huiswerk: 
Leer alle woorden uit de woordenlijst 1.5. 

Dit kan je doen met de woordtrainer in Talent of met de woordenlijst zelf.

Leer de betekenis en andersom!



Slide 10 - Tekstslide

Woordjes oefenen

Slide 11 - Tekstslide

woordenlijst
De volgende vijf woorden. 

Slide 12 - Tekstslide


massaal  

met heel veel tegelijk
=

Slide 13 - Tekstslide


de media  

middelen om informatie aan anderen door te geven, bijvoorbeeld radio, tv, kranten, internet
=

Slide 14 - Tekstslide


het misverstand  

vergissing doordat je elkaar niet begrijpt
=

Slide 15 - Tekstslide


de monitor  

 het beeld-scherm
=

Slide 16 - Tekstslide


de ondernemer  

  iemand met een eigen bedrijf

Slide 17 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van
de media

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

welk woord hoort bij de foto op de vorige slide?

Slide 20 - Woordweb

Maak een zin met het volgende woord...het misverstand

Slide 21 - Open vraag

woordenlijst
We gaan door met de volgende vijf woorden. 

Slide 22 - Tekstslide


online  

verbonden met internet
=

Slide 23 - Tekstslide


opbiechten 

vertellen dat je iets slechts hebt gedaan
=

Slide 24 - Tekstslide


registreren  

vastleggen, onthouden
=

Slide 25 - Tekstslide


de slaapstand  

sluimerstand, de computer niet helemaal uitzetten
=

Slide 26 - Tekstslide


de sociale media  

websites die mensen  kunnen gebruiken om informatie aan elkaar door te geven
=

Slide 27 - Tekstslide


Als je iets registreert, dan

Slide 28 - Open vraag


Wat is het tegenovergestelde van online?

Slide 29 - Open vraag

Welke uitleg hoort bij
opbiechten
A
vertellen dat je iets goeds hebt gedaan
B
vertellen dat je iets slechts hebt gedaan

Slide 30 - Quizvraag

woordenlijst
We gaan door met de volgende vijf woorden. 

Slide 31 - Tekstslide


universele 

over de hele wereld hetzelfde
=

Slide 32 - Tekstslide


veel tijd in beslag nemen  

veel tijd en aandacht opeisen
=

Slide 33 - Tekstslide


virtueel 
wat alleen digitaal bestaat
=

Slide 34 - Tekstslide


voorlopig

tijdelijk
=

Slide 35 - Tekstslide


wijzigen  

veranderen
=

Slide 36 - Tekstslide

universele
veel tijd in beslag nemen
virtueel
voorlopig
wijzigen
tijdelijk
wat alleen digitaal bestaat
veel tijd en aandacht opeisen
veranderen
over de hele wereld hetzelfde

Slide 37 - Sleepvraag

VOLGENDE LES
HERHALEN VOORVOEGSELS

Slide 38 - Tekstslide

Voorvoegsels
De betekenis van het woord verandert vaak door een voorvoegsel.
Bijvoorbeeld: onrustig = on (voorvoegsel) + rustig = niet rustig

Wat is de betekenis van onderstaande voorvoegsels?:
onnodig
mislukking
herhaling
antivirus
intermediair
asociaal

Slide 39 - Tekstslide

Voorvoegsel antwoorden
on- = niet: onnodig
mis- = verkeerd: mislukking
her- = opnieuw: herhaling
anti- = tegen: antivirus
inter- = tussen: intermediair
a-/ab- = niet: asociaal

Slide 40 - Tekstslide