1.5 Woorden les 5 mavo 2 25-10-2023

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







WE STARTEN MET LEZEN
timer
10:00
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







WE STARTEN MET LEZEN
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma  

  • Wat gaan we doen?: herhalingsles 1.5 woorden. De toets is vrijdag. 
  • Wat moet je ook alweer kennen voor de toets?
  • Zelfstandig aan de slag met het oefenen voor de toets.
  • Oefenen met de woorden uit de woordenlijst.





Slide 2 - Tekstslide

Waar gaat de toets 1.5 Woorden ook alweer over? 


  • 25 woorden waarvan je de betekenis moet kennen
  • en waar je betekenisvolle zinnen mee kan maken
  • Voorvoegsels herkennen. Begrijpen hoe voorvoegsels de betekenis van een woord kunnen veranderen.


Slide 3 - Tekstslide

voorvoegsels?

Slide 4 - Tekstslide

Voorvoegsels
Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord toevoegen; een voorvoegsel

De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.
Bijvoorbeeld: onrustig = on (voorvoegsel) + rustig = niet rustig


Slide 5 - Tekstslide

Voorvoegsels
De betekenis van het woord verandert vaak door een voorvoegsel.

Wat is de betekenis van onderstaand voorvoegsel? Enkele voorbeelden:
onnodig
mislukking
herhaling
antivirus
intermediair
asociaal

Slide 6 - Tekstslide

Voorvoegsel antwoorden
on- = niet
mis- = verkeerd
her- = opnieuw
anti- = tegen
inter- = tussen
a-/ab- = niet

Slide 7 - Tekstslide



Hoe maak je ook alweer betekenisvolle zinnen?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je betekenisvolle zinnen 

Een betekenisvolle zin maak je met een samengestelde zin:
Twee zinnen gescheiden door een komma. Eerste zin het woord, tweede zin de uitleg van de betekenis. Je mag het woord vervoegen. Zorg ervoor dat je zin klopt (grammaticaal en spelling).

Bijvoorbeeld: 
Woord = veel tijd in beslag nemen
Het huiswerk voor wiskunde neemt erg veel tijd in beslag, ik ben er al de hele week mee bezig.






Slide 9 - Tekstslide

Hoe voorbereiden voor toets?
  • Leer de betekenis van de 25 woorden die op de woordenlijst 1.5 staan. 
  • Oefen ook de betekenisvolle zinnen die je hebt gemaakt bij deze woorden (Zie opdracht in studiewijzer en je eigen bestand met al gemaakte betekenisvolle zinnen).
  • Herkennen van voorvoegsels en leren wat (sommige) voorvoegsels betekenen.




Slide 10 - Tekstslide

Waar staat wat?
  1. Bestand met gemaakte betekenisvolle zinnen
  2. OF pak de opdracht 1.5 woordenlijst (Magister/Studiewijzer) 
  3. Talent 1.5 Woordtrainer Talent + Test jezelf 
  4. Opdrachten uit Talent 1.5 + leerteksten uit Talent 1.5
  5. Leer de betekenis mbv de woordenlijst (Magister/studiewijzer Nederlands of Talent online).



Slide 11 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
Maak een keuze en ga aan de slag. Klaar? volgende onderdeel: 
  1. Ga verder of oefen met het maken van betekenisvolle zinnen met de woordenlijst. Neem de zinnen uit je bestand goed door, verbeter ze indien nodig. Dit zijn goede voorbeelden voor bij de toets!
  2. Oefen met Woordtrainer Talent + Test jezelf 
  3. Maak de opdrachten uit Talent 1.5 + leer de leerteksten uit Talent 1.5
  4. Leer de betekenis mbv de woordenlijst (Magister/studiewijzer Nederlands of Talent online).
Hoe? Alleen, in stilte
Hoe lang? 20 minuten
Vragen?: Steek je hand op en ik loop langs


timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

vragen?

Slide 13 - Tekstslide



Woordenlijst 1.5 overhoren

Slide 14 - Tekstslide

Afsluiten van de les 


Succes met het voorbereiden! 

Bij vragen kun je altijd mailen of langslopen.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht oefenblad
Wat?: maak het oefenblad met de woordenlijst (staat in Magister/Studiewijzers)

Hoe?: alleen, overleggen (op normale toon) mag

Hoe lang?: 8-10 minuten

Nabespreken: je krijgt willekeurig een beurt en vertelt je zin.
timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide

Woordjes oefenen

Slide 17 - Tekstslide

woordenlijst
De volgende vijf woorden. 

Slide 18 - Tekstslide


massaal  

met heel veel tegelijk
=

Slide 19 - Tekstslide


de media  

middelen om informatie aan anderen door te geven, bijvoorbeeld radio, tv, kranten, internet
=

Slide 20 - Tekstslide


het misverstand  

vergissing doordat je elkaar niet begrijpt
=

Slide 21 - Tekstslide


de monitor  

 het beeld-scherm
=

Slide 22 - Tekstslide


de ondernemer  

  iemand met een eigen bedrijf

Slide 23 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van
de media

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

welk woord hoort bij de foto op de vorige slide?

Slide 26 - Woordweb

Maak een zin met het volgende woord...het misverstand

Slide 27 - Open vraag

woordenlijst
We gaan door met de volgende vijf woorden. 

Slide 28 - Tekstslide


online  

verbonden met internet
=

Slide 29 - Tekstslide


opbiechten 

vertellen dat je iets slechts hebt gedaan
=

Slide 30 - Tekstslide


registreren  

vastleggen, onthouden
=

Slide 31 - Tekstslide


de slaapstand  

sluimerstand, de computer niet helemaal uitzetten
=

Slide 32 - Tekstslide


de sociale media  

websites die mensen  kunnen gebruiken om informatie aan elkaar door te geven
=

Slide 33 - Tekstslide


Als je iets registreert, dan

Slide 34 - Open vraag


Wat is het tegenovergestelde van online?

Slide 35 - Open vraag

Welke uitleg hoort bij
opbiechten
A
vertellen dat je iets goeds hebt gedaan
B
vertellen dat je iets slechts hebt gedaan

Slide 36 - Quizvraag

woordenlijst
We gaan door met de volgende vijf woorden. 

Slide 37 - Tekstslide


universele 

over de hele wereld hetzelfde
=

Slide 38 - Tekstslide


veel tijd in beslag nemen  

veel tijd en aandacht opeisen
=

Slide 39 - Tekstslide


virtueel 
wat alleen digitaal bestaat
=

Slide 40 - Tekstslide


voorlopig

tijdelijk
=

Slide 41 - Tekstslide


wijzigen  

veranderen
=

Slide 42 - Tekstslide

universele
veel tijd in beslag nemen
virtueel
voorlopig
wijzigen
tijdelijk
wat alleen digitaal bestaat
veel tijd en aandacht opeisen
veranderen
over de hele wereld hetzelfde

Slide 43 - Sleepvraag